Een inductiefornuis heeft verschillende voordelen. Ten eerste is het efficiënter dan gas of keramisch koken, omdat de pan zelf direct verwarmd wordt, waardoor je minder energie verbruikt. Daarnaast zijn inductiekookplaten eenvoudig schoon te maken, omdat de kookplaat zelf niet heet wordt, wat ervoor zorgt dat gemors meestal niet aanbrandt. Ook is de temperatuurinstelling snel en nauwkeurig, zodat je gerechten consistent bereid worden.
Om je inductiefornuis goed te onderhouden, is het belangrijk om het regelmatig schoon te maken. Gebruik een zachte doek en een mild schoonmaakmiddel om vlekken en etensresten te verwijderen. Vermijd schurende middelen die het oppervlak kunnen beschadigen. Controleer ook de elektrische aansluiting en de kooksensoren af en toe om ervoor te zorgen dat alles goed functioneert.
Voor inductiekoken zijn pannen met een magnetische bodem nodig. Dit houdt in dat roestvrij staal, gietijzeren en sommige soorten aluminium pannen geschikt zijn. Je kunt eenvoudig controleren of je pan geschikt is door een magneet op de bodem te houden; als deze blijft plakken, kun je de pan gebruiken op een inductiekookplaat.
Inductiekoken is over het algemeen veilig voor kinderen, vooral omdat de kookplaat zelf niet heet wordt. Dit betekent dat er een kleiner risico is op brandwonden. Wel is het belangrijk om altijd toezicht te houden op koken, zeker in een gezinssituatie, omdat de pannen zelf wel heet kunnen worden en er sprake kan zijn van voedsel dat zich nog op de kookplaat bevindt.
Inductiekoken werkt met een elektromagnetisch veld dat ontstaat onder de kookplaat. Dit veld zorgt ervoor dat de pan zelf opwarmt en niet de kookplaat eromheen. Dit is wat inductiekoken zo snel en efficiënt maakt. Zodra je een pan op de plaat plaatst, detecteert de kookplaat de pan en begint met verwarmen. Verwijder je de pan, dan stopt het verwarmingsproces direct.