Aangeboden: een liturgische bronzen kandelaar, waarschijnlijk gemaakt rond het einde van de 19e eeuw, bedoeld voor gebruik in een kerk bij grote vieringen zoals Pasen.
De periode waarin deze kandelaar is vervaardigd wordt gekenmerkt door heropleving van historische stijlen (neo-gotiek, neo-barok) in de religieuze kunst, vaak gebruikt in kerken of kloosters.
Mogelijk vervaardigd in een Belgisch, Frans of Duits atelier gespecialiseerd in kerkelijk liturgisch bronswerk.

Stijl: neobarok met sterke elementen van kerkelijke liturgische kunst. De combinatie van religieuze voorstelling, zware ornamentiek en dierlijke poten wijst op een ontwerpstijl uit de 19e eeuw met nadruk op monumentaliteit en symboliek.
Iconografie: De afbeelding toont een gestileerde Christusfiguur (of mogelijk een engel), met beide armen geheven in een zegenend of ontvangend gebaar. Deze figuur is omgeven door gevleugelde vormen en decoraties die mogelijk symbolisch verwijzen naar de hemelse sferen.
Omgeving: De rijke decoratie bevat florale motieven, acanthusbladeren en barokke krulornamentiek. De combinatie van engelenvleugels en de figuur doet ook denken aan serafijnen of cherubijnen, vaak afgebeeld rondom de troon van God.
Poten: De kandelaar staat op drie leeuwenpoten, een klassiek motief uit de barok en neobarok dat kracht en stabiliteit symboliseert, vaak gebruikt bij kerkelijk meubilair.

KAARS:
Ze symboliseert het licht van Christus dat de duisternis van de dood overwint. De versiering volgt een iconografische traditie die eeuwenoud is, maar de uitvoering is modern.
Stijl: Modern-liturgisch met een duidelijke handgemaakte uitstraling. De ruwe, bijna expressionistische afwerking is kenmerkend voor religieuze kunst uit het midden tot einde van de 20e eeuw.
Periode: 1981, mogelijk gemaakt door een gespecialiseerde atelier in kerkelijke kaarsen of liturgische kunst.
Afbeelding: De decoratie toont een groot kruis in een gestileerde, ietwat robuuste vorm, met een ruw oppervlak, wat doet denken aan een handmatig gemodelleerde of gegoten versiering (mogelijk was of hars). Binnen en rond het kruis zie je de volgende elementen:
Het Christusmonogram (bovenaan): De letters lijken de Griekse letters "IHS" of mogelijk het "Chi-Rho"-monogram te vormen – een vroegchristelijk symbool voor Christus.
Het kruis zelf: Centraal in de afbeelding, met een ietwat Byzantijnse of Keltische vorm (brede uiteinden).
De letters Alpha (Α) en Omega (Ω): Deze staan onderaan, symbool voor het begin en het einde – een veelvoorkomend element op paaskaarsen, verwijzend naar Christus als de eeuwige.
Een kromstaf of herdersstaf onderaan: Dit verwijst vermoedelijk naar Christus als de Goede Herder of naar het ambt van de bisschop (herder van de kerk).
Lamb of God (Agnus Dei): Mogelijk staat er aan de onderzijde een afbeelding van het Lam Gods (moeilijk te zien, maar past binnen de context en stijl).