Volledige ondertitel: De rol en ondergang van de Nederlandse passagiersschepen Pennland, Slamat en Costa Rica
Gegevens:
Bindwijze: softcover
Conditie: nieuw
Verzendkosten: € 4,20
Op 27 april 1941 vond de grootste scheepsramp uit de geschiedenis van de Nederlandse koopvaardij plaats. Het passagiersschip 'Slamat' van de Rotterdamse Lloyd werd door Duitse duikbommenwerpers tot zinken gebracht tijdens een grootscheepse evacuatie van geallieerde militairen uit Griekenland. Deze operatie droeg de codenaam Demon. De Britse torpedobootjagers 'HMS Diamond' en 'HMS Wryneck', die te hulp schoten, werden eveneens tot zinken gebracht. Bij dit drama kwamen 925 Britse, Australische, Nieuw-Zeelandse en Nederlandse opvarenden om het leven. Ook de passagiersschepen 'Pennland' van de Holland-Amerika Lijn en de 'Costa Rica' van de KNSM namen deel aan deze operatie en werden door de Luftwaffe tot zinken gebracht. Vier bemanningsleden van de 'Pennland' verloren daarbij het leven. Alle opvarenden van de 'Costa Rica' konden worden gered. De leiding van de Britse Marine hield de gezagvoerder van de 'Slamat' verantwoordelijk voor de ondergang van zijn eigen schip en de ondergang van de twee Britse oorlogsbodems. De reden volgens hen was dat de Nederlandse gezagvoerder zich niet aan zijn orders gehouden zou hebben. In de geschiedschrijving van Groot-Brittannië, Australië en Nieuw-Zeeland over de Tweede Wereldoorlog heeft dit onderwerp de nodige aandacht gekregen. De Britse premier Churchill haalt de ondergang van de Slamat aan in zijn grote werk over de Tweede Wereldoorlog. Uit deze reconstructie blijkt dat de feiten aanzienlijk genuanceerder liggen en dat andere factoren een grotere rol hebben gespeeld bij de ondergang van de 'Slamat'.
250420