PJ C Gabriel Hooiberg en wind door de boom

N.o.t.k.
Ophalen of Verzenden
1040sinds 19 mei. '24, 17:54
Deel via
of

Beschrijving

Mooi schoongemaakt doek op paneel van 22x28 . Nieuw gelijst.. Een prachtig stukje Haagse school met fraaie kleuren in t groen en blauw. Ook de wind door de boom is fraai op zn van Borselens gedaan

Richtprijs 3250,-

Gabriël schilderde landschappen, portretten, stillevens, dieren en stadsgezichten. Hij signeerde 'Gabriël', 'Gabriel' of 'P.J.C. Gabriël', en stond bekend onder de naam Paul Gabriël, maar werd feitelijk Constan(t) Gabriël genoemd. In 1875 werd hij in België benoemd tot Ridder in de Leopoldsorde.



In 1860 werd er een schilderijtje van de Ruïne van Brederode bij hem besteld door een Brusselse klant; dit gaf hem financieel de mogelijkheid om datzelfde jaar definitief naar Brussel te trekken, waar hij 25 jaar zou verblijven. Hier werd hij al gauw een 'leerling van Willem Roelofs', zoals Jozef Israëls en ook Mesdag (zelf een late leerling van Roelofs) dit later zouden omschrijven; Gabriël zelf noemde dit echter 'wat goede raad'. Het was ook Roelofs die hem vanaf 1860 in contract zou brengen met de benaderingswijze van de schilders van Barbizon, deels vanuit zijn eigen schilderervaringen met de schilders rondom Barbizon. Hun schilderijen waren in Brussel toen al te zien, zoals op een expositie in 1860.

Aanvankelijk schilderde Gabriël in zijn Brusselse jaren twee onderwerpen, die qua stijl en opvatting duidelijk van elkaar verschilden. De ene groep werken bestaat uit Barbizon-achtige landschappen met akkerland en boerderijen, waarin het besloten, rustieke boerenland werd weergegeven. De andere groep werken liet daarentegen de ruime, vlakke polder zien. Ieder Brussels jaar ging Gabriels zeker drie maanden naar Nederland, om daar het rivierlandschap bij Arnhem en het polderland rondom Abcoude en Kortenhoef te schilderen: het ruime, open Hollandse land. Vanaf 1875 kwamen de weidegebieden rondom de Nieuwkoopse plassen daarbij. In de schilderijen daarvan werd de compositie geschematiseerd en zijn veel details opzettelijk weggehouden; hij gebruikte graag de wieken van de molens om daarmee het schilderij een stevige, bijna meetkundige constructie te geven.

Den Haag

In 1884 keerde Gabriël terug naar Nederland, vestigde zich in Den Haag en werd al snel lid van de kunstenaarsvereniging Pulchri Studio waar hij vaak meedeed aan de ledenexposities maar ook deel nam aan het drukke sociëteitsleven; zijn vrienden daar noemden hem het 'olijke ratje'. Daar waren de kunstenaars met wie hij zich verwant voelde, en in Den Haag woonden ook de meer traditionele kopers van de Haagse School-werken, die het nog-voor-industriële Hollandse landschap zo graag in hun woningen wilden hebben hangen. Ook zijn vrouw kon zich hier goed thuis voelen, omdat Geesje van Calcar en haar man Taco Mesdag dicht bij hen in de buurt woonden, bij de Kanaalweg in Scheveningen. Ook zou hij zijn oude jeugdvriend Anton Mauve hier regelmatig ontmoeten, wanneer deze in Scheveningen kwam schilderen.

Andere locaties kwamen nu in zijn bereik om er te schilderen. Het dorp Kortenhoef moest Gabriël vanuit hier per koetsje bereiken, wat hij dan ook regelmatig - samen met zijn vrouw - deed; ze verbleven daar dan een aantal dagen. Vanuit Den Haag kwam hij nu ook op nieuwe plekken zoals in de omgeving van Rotterdam en Overschie, en bij de bekende molengang bij Kinderdijk; ook schilderde hij de molen van Leidschendam. Hij zocht in deze jaren bovendien de Brabantse Kempen op en kwam daar als een van de eerste kunstenaars in het later bekende schildersdorp Heeze.
Advertentienummer: m2116814291