Ontvang meldingen van nieuwe zoekresultaten

Sorteer op

Basisgrammatica Spaans

Wat je moet weten over Basisgrammatica spaans

De onderstaande waarden zijn gebaseerd op je zoekopdracht en de ingestelde filters

28,6%

Van alle Basisgrammatica spaans advertenties is 28,6% beschikbaar voor verzending.

4,8%

4,8% van alle Basisgrammatica spaans advertenties in de categorie Boeken zijn in de afgelopen week aangeboden.

€ 10

De huidige gemiddelde prijs van een Basisgrammatica spaans is € 10.

Prijscheck

De duurste Basisgrammatica spaans advertentie in de Boeken categorie werd aangeboden voor € 50, terwijl de goedkoopste voor € 1 stond.

Veelgestelde vragen

De onderstaande waarden zijn gebaseerd op je zoekopdracht en de ingestelde filters

In het Spaans gebruik je de verleden tijd meestal door de juiste vervoeging van werkwoorden te leren. Er zijn twee hoofdvormen: de imperfecto en de perfecto. De imperfecto wordt vaak gebruikt om acties te beschrijven die een bepaalde tijd in het verleden bezig waren, terwijl de perfecto wordt gebruikt voor voltooide acties. Bijvoorbeeld, 'ik at' is in de imperfecto: 'comía'. Voor de perfecto gebruik je een hulpwerkwoord, zoals 'he', gevolgd door het voltooid deelwoord, zoals in 'he comido' (ik heb gegeten).
In het Spaans zijn er twee soorten artikelen: bepaald en onbepaald. Bepaalde artikelen (el, la, los, las) worden gebruikt voor specifieke dingen, terwijl onbepaalde artikelen (un, una, unos, unas) meer algemeen zijn. Het is belangrijk om het geslacht en het aantal van het zelfstandige naamwoord in gedachten te houden bij het kiezen van het juiste artikel. Bijvoorbeeld, 'el libro' (het boek) is mannelijk en enkelvoud, terwijl 'las casas' (de huizen) vrouwelijk en meervoud is.
Om meervouden in het Spaans te vormen, maak je meestal gebruik van de uitgang van het zelfstandige naamwoord. Voor zelfstandige naamwoorden die eindigen op een klinker, voeg je meestal een 's' toe. Voor zelfstandige naamwoorden die eindigen op een medeklinker, komt daar vaak 'es' achter. Bijvoorbeeld, 'niño' (jongen) wordt 'niños' (jongens) en 'mujer' (vrouw) wordt 'mujeres' (vrouwen).
Spaanse zinsstructuren volgen meestal de volgorde van onderwerp, werkwoord en lijdend voorwerp (SVO). Dit betekent dat je vaak begint met het onderwerp van de zin, gevolgd door de actie en dan wat ermee wordt gedaan. Er zijn ook veel variaties en je kunt elementen omdraaien voor benadrukking of stijl, maar dit is de basisstructuur.
Bijvoeglijke naamwoorden in het Spaans worden vaak achter het zelfstandige naamwoord geplaatst. Het bijvoeglijk naamwoord moet ook overeenkomen in geslacht en aantal met het zelfstandige naamwoord. Bijvoorbeeld, 'een mooi boek' is 'un libro bonito' en 'mooie boeken' is 'libros bonitos'. Soms kunnen bijvoeglijke naamwoorden voor het zelfstandig naamwoord komen voor extra nadruk, zoals 'de grote man' - 'el gran hombre'.