De beste plaats voor je modem is een centrale locatie in je huis, liefst hoog en zonder obstakels. Dit helpt om het wifi-signaal maximaal te verspreiden. Vermijd omgevingen dichtbij apparaten zoals magnetrons of Bluetooth-apparaten, omdat deze storingen kunnen veroorzaken. Zorg ervoor dat de modem goed geventileerd is en niet in de buurt van warmtebronnen staat.
Om je modem goed te configureren, begin je met het aansluiten van de voedingskabel en de DSL-kabel in de juiste poorten. Gebruik een computer of smartphone om verbinding te maken met de modem via een kabel of wifi. Open een webbrowser en typ het standaard IP-adres van de modem in, log in met de benodigde gegevens en volg de instructies op het scherm om je internetverbinding in te stellen.
Als je internetverbinding traag is, controleer dan eerst of er meerdere apparaten tegelijk gebruik maken van het netwerk en of er grote bestanden gedownload worden. Probeer ook het modem te herstarten. Loop daarnaast na of er updates beschikbaar zijn voor de modemsoftware en overweeg om de positie van de modem te optimaliseren. Mocht het probleem blijven, dan kun je contact opnemen voor verdere hulp.
Je kunt de wifi-instellingen van je modem aanpassen door in te loggen op het configuratiescherm van de modem via een browser. Hier kun je de SSID (netwerknaam) en het wachtwoord wijzigen. Vergeet niet om de veranderingen op te slaan en je apparaten opnieuw verbinding te laten maken met het netwerk om de nieuwe instellingen te activeren.
Het regelmatig herstarten van je modem kan helpen om netwerkproblemen te verhelpen. Dit zorgt ervoor dat tijdelijke storingen worden opgelost en dat de verbinding nieuw kan opbouwen. Het is een goede gewoonte om je modem eens in de paar weken te herstarten om de huidige software en instellingen vers te houden.