Het doel van een ECG onderzoek is om inzicht te krijgen in de elektrische activiteit van het hart. Dit helpt zorgverleners om eventuele hartproblemen te identificeren, zoals ritmestoornissen of andere hartkwesties. Door de elektrische signalen in kaart te brengen, kunnen ze zien of het hart normaal functioneert of dat er aanwijzingen zijn voor een aandoening.
Hoe vaak je een ECG nodig hebt bij een hartafwijking kan sterk variëren. In het algemeen wordt dit bepaald door je arts, op basis van je symptomen en medische geschiedenis. Voor sommige mensen kan een jaarlijkse controle voldoende zijn, terwijl anderen vaker een ECG moeten laten maken om de progressie van hun aandoening te volgen. Het is goed om hierover in gesprek te gaan met je zorgverlener.
Hoewel een ECG meestal heel eenvoudig is en geen speciale voorbereiding vereist, kan het helpen om comfortabel te zijn tijdens het onderzoek. Draag losse kleding zodat de technicus gemakkelijk toegang heeft tot je borst en armen. Daarnaast is het belangrijk om te zorgen dat je huid schoon en droog is, zodat de elektroden goed kunnen plakken.
Een abnormaal ECG kan verschillende tekenen vertonen. Je kunt denken aan een onregelmatige hartslag, te snelle of te langzame hartslagen, of afwijkingen in de elektrische geleiding. Soms kunnen patiënten symptomen ervaren, zoals pijn op de borst, kortademigheid of duizeligheid, die kunnen wijzen op een probleem dat zichtbaar is in het ECG.
De uitslag van een ECG wordt beoordeeld door een arts of een specialist in de cardiologie. Ze kijken naar de grafieken en analyseren de geleidingspatronen. Normaal gesproken zijn er specifieke parameters die beoordeeld worden, zoals de tijdsintervallen en het ritme van de hartslag. Indien nodig kunnen verdere onderzoeken of vervolgafspraken worden gepland om eventuele problemen beter te begrijpen.