Een goede manier om je huiswerk te organiseren is door een planning te maken. Start met een lijst van al je opdrachten en hun deadlines. Gebruik een digitale agenda of een notitieboekje om alles op te schrijven. Probeer het ook per vak te categoriseren, zodat je in één oogopslag ziet wat je nog moet doen. Denk eraan regelmatig je voortgang te controleren en pas je planning aan als dat nodig is. Dat helpt je om overzicht te behouden en stress te verminderen.
Om je concentratie te verbeteren, is het belangrijk om een rustige en comfortabele omgeving te creëren. Zorg voor goede verlichting en een opgeruimde werkplek. Een timer kan ook nuttig zijn; stel deze in op bijvoorbeeld 25 minuten focussen en 5 minuten pauze. Tijdens deze 25 minuten, probeer al je aandacht op één taak te richten en laat je niet afleiden door je telefoon of andere apparaten. Daarnaast kan het nuttig zijn om kleine doelen te stellen voor elke study-sessie; dit geeft je een gevoel van voldoening.
Als je vastloopt met een huiswerkopdracht, is het belangrijk om even afstand te nemen. Dit kan zijn door een korte wandeling te maken of iets anders te doen waar je je hoofd leeg kunt maken. Wanneer je weer terugkomt, probeer het probleem vanuit een ander perspectief te bekijken. Soms helpt het om de opdracht aan iemand anders uit te leggen; hierdoor dwing je jezelf om over de stof na te denken en kan iemand anders een andere invalshoek bieden.
Om afleiding te minimaliseren, kun je ervoor kiezen om je telefoon uit te schakelen of in een andere kamer te leggen. Gebruik ook apps die de toegang tot sociale media tijdelijk blokkeren. Creëer een specifieke ruimte voor huiswerk zonder afleidingen zoals tv of drukke ruimtes. Daarnaast kan het helpen om duidelijke werktijden voor jezelf vast te leggen, zodat je weet wanneer je moet focussen en wanneer je tijd hebt voor ontspanning.
Voor verschillende vakken zijn er verschillende studeerstrategieën. Voor vakken zoals Wiskunde is het nuttig om veel oefenopgaven te maken. Bij vakken als geschiedenis kun je proberen om tijdlijnen te maken of samenvattingen te schrijven. Probeer voor taalvakken ook oefeningen met lezen en schrijven te variëren, zoals het maken van flashcards. Ook kan het helpen om te studeren met een vriend, zodat jullie elkaar kunnen helpen en motiveren.