Er zijn verschillende vormen van insuline, waaronder kortwerkende insuline, langwerkende insuline en combinatie-insuline. Kortwerkende insuline begint snel te werken en is ideaal voor het reguleren van de bloedsuikerspiegel na maaltijden. Langwerkende insuline echter, zorgt voor een geleidelijke afgifte van insuline over een langere periode, wat helpt om de bloedsuikerspiegel stabiel te houden gedurende de dag en de nacht.
De tijd die insuline nodig heeft om te beginnen met werken, hangt af van de soort insuline die je gebruikt. Kortwerkende insuline begint meestal binnen 15 tot 30 minuten na injectie te werken, terwijl langwerkende insuline tot wel 2 tot 4 uur kan duren. Zodra het werkt, blijft het effect enkele uren tot een etmaal aanhouden, afhankelijk van de formulering.
Bijwerkingen van insuline kunnen variëren van mild tot ernstig. Veel voorkomende bijwerkingen zijn hypoglykemie, wat betekent dat je bloedsuikerspiegel te laag kan worden. Andere bijwerkingen kunnen zijn: gewichtstoename, huidreacties op de injectieplaats, en in zeldzamere gevallen allergische reacties. Het is belangrijk om je bloedsuikerspiegel regelmatig te controleren om deze bijwerkingen te beheersen.
Insuline moet op een koele, donkere plaats worden bewaard. Het kan het beste in de koelkast worden bewaard, maar niet bevroren worden, want dat beschadigt de insuline. Na opening kan insuline vaak op kamertemperatuur worden bewaard, maar het is aan te raden om deze binnen een paar weken te gebruiken voor optimale werking.
Als je een dosis insuline hebt gemist, is het belangrijk om dit zo snel mogelijk in te halen. Echter, als het bijna tijd is voor je volgende dosis, moet je de gemiste dosis niet dubbel nemen. Controleer je bloedsuikerspiegel en pas je volgende dosis aan indien nodig, of overleg met je zorgverlener voor specifieke instructies.