Een Pilea Sugar moet je gewoonlijk eens per week water geven, maar dit kan variëren afhankelijk van de temperatuur en luchtvochtigheid in je huis. Het is belangrijk om de bovenste laag van de aarde te laten drogen voordat je opnieuw water geeft. Als de bladeren beginnen te hangen, is dat een teken dat je misschien iets te laat bent met water geven.
Pilea Sugars houden van helder, indirect licht. Zet ze bij een raam waar ze veel licht krijgen, maar vermijd de felle directe zon, want dat kan de bladeren verbranden. Een lichte plek met een beetje schaduw is de ideale omgeving voor deze plant.
Verpotten gebeurt meestal om de 1 tot 2 jaar. Kies een pot die iets groter is dan de huidige, en vul deze met verse potgrond. Haal de plant voorzichtig uit de oude pot, verwijder een deel van de oude aarde en plaats hem in de nieuwe pot. Zorg ervoor dat de wortels goed passen en geef vervolgens goed water.
Voor een Pilea Sugar is een luchtige, goed doorlatende potgrond het beste. Je kunt een mengsel van potgrond met perliet of vermiculiet gebruiken om de drainage te verbeteren. Dit zorgt ervoor dat er geen overtollig water blijft staan, wat de wortels zou kunnen beschadigen.
Symptomen van een ongezonde Pilea Sugar kunnen onder andere zijn: gele bladeren, die kunnen wijzen op te veel water, en bruine randen op de bladeren, wat kan wijzen op een gebrek aan vocht. Het is belangrijk om je plant goed in de gaten te houden en aanpassingen te maken aan de watergift en het licht indien nodig.