Typische kenmerken van meubelen uit de 19e eeuw zijn hun gedetailleerde afwerking en hoogwaardige materialen. Vaak zie je elegante lijnen, fraaie houtsneden en soms ook ingelegde details. De meubels zijn vaak robuust gebouwd, maar toch met een gevoel voor esthetiek. Veel stoelen en banken hebben ook taps toelopende poten of gebogen ruggen, wat bijdraagt aan hun charme.
In de 19e eeuw waren verschillende stijlen populair, zoals de Empire-stijl, Biedermeier en Victoriaanse meubels. De Empire-stijl heeft een meer majestueuze uitstraling met consolevormen, terwijl Biedermeier meubels eenvoudig en functioneel waren. De Victoriaanse stijl is vaak rijkelijker en decoratiever, met een nadruk op complexiteit en luxe.
Antieke stoelen en banken uit de 19e eeuw zijn gewild vanwege hun unieke ontwerpen en het vakmanschap dat ervoor vereist was. Ze vertellen verhalen over de tijd waarin ze zijn gemaakt en de mensen die ze hebben gebruikt. Daarnaast zijn deze meubels vaak duurzaam en kunnen ze generaties lang meegaan als ze goed worden onderhouden, wat ze aantrekkelijk maakt voor verzamelaars en liefhebbers.
Een verzamelaar herkent authentieke 19e-eeuwse meubels aan verschillende details, zoals het gebruikte hout, de bouwtechniek en de bevestigingsmiddelen. Vaak zijn er ook stempels of andere markeringen te vinden die de datum of maker van het meubel kunnen verduidelijken. Ook kunnen slijtage en patina helpen om de ouderdom te bevestigen, aangezien antieke meubels meer gebruikssporen vertonen dan moderne meubels.
Typische materialen voor meubels in de 19e eeuw zijn massief hout zoals eik, mahonie en notenhout. Deze houtsoorten werden vaak gebruikt vanwege hun duurzaamheid en schoonheid. Daarnaast werden stoffen zoals damast, zijde en leer gebruikt voor bekleding, wat bijdroeg aan de luxe uitstraling van de meubels.