Kerststerren houden van warmte en indirect licht. Plaats ze liever niet in de tocht en zorg voor een temperatuur tussen de 18 en 24 graden Celsius. Direct zonlicht kan de bladeren verbranden, dus kies een plek met voldoende, maar diffuus licht. Zorg ook voor een goede luchtvochtigheid, wat je kunt bereiken door de plant af en toe te besproeien met water.
Tijdens de bloeiperiode is het belangrijk om je kerstster regelmatig te inspecteren op waterbehoefte. Geef de plant water zodra de bovenste laag van de potgrond droog aanvoelt. Vermijd overtollig water dat de wortels kan laten rotten. Daarnaast is het goed om de bladeren af en toe voorzichtig schoon te maken met een vochtige doek om stof te verwijderen, zodat de plant optimaal kan fotosynthetiseren.
Ja, het is mogelijk om een kerstster na de bloei te behouden, maar het vergt wat moeite. Na de bloei moet je de plant op een koelere plek zetten en de watergift aanpassen. Snoei de takken terug tot ongeveer 15 cm na de bloei. In het voorjaar kun je weer beginnen met bemesten en de plant langzaam terug naar een warmere plek verplaatsen voor de volgende bloeiperiode.
Veelvoorkomende problemen zijn wortelrot, als gevolg van te veel water, en verwelking door te weinig water. Bladeren die vallen kunnen ook een teken zijn van te weinig licht of schokken van temperatuurveranderingen. Het is belangrijk om je kerstster regelmatig te controleren, vooral als de omstandigheden in je huis veranderen, zoals bijvoorbeeld tijdens de seizoenswisselingen.
Kerststerren zijn niet alleen prachtig als kamerplanten, maar kunnen ook decoratief gebruikt worden in je interieur. Zet ze bijvoorbeeld in kleurrijke potten die passen bij je interieurstijl. Je kunt ze ook in een schaal bij elkaar zetten met kaarsen en andere decoratieve elementen voor een sfeervol effect, vooral tijdens de feestdagen.