Een potje heeft verschillende voordelen voor kinderen. Ten eerste, het helpt hen de controle over hun lichaam te leren en maakt ze zich bewust van hun behoeften. Ten tweede, een potje is meestal gemakkelijker te gebruiken dan een toilet, vooral voor jongere kinderen. Hierdoor kunnen ze sneller en met minder angst zindelijk worden. Bovendien komt het vaak met leuke ontwerpen die het voor kinderen aantrekkelijker maken. Het stimuleren van zelfstandigheid is ook een groot voordeel; kinderen voelen zich trots en volwassen wanneer ze zelf naar het potje gaan.
Om je kind enthousiast te maken voor het potje, is het belangrijk om het spelenderwijs te benaderen. Laat zien hoe het potje werkt en gebruik poppen of knuffels om het proces te demonstreren. Moedig je kind aan om het potje te versieren of kies samen een leuk kleur of ontwerp uit. Complimenten geven voor kleine stappen en zelfs stickers of kleine beloningen uitreiken kan veel helpen. Het is ook een goed idee om samen een verhaal te lezen over zindelijkheid, zodat ze zich kunnen identificeren met de personages.
Je kunt beginnen met potjestraining als je kind interesse toont in de badkamer of in het gedrag van anderen tijdens het naar het toilet gaan. Dit gebeurt vaak tussen de 2 en 3 jaar. Let op signalen zoals het opzocht van een rustige plek om te plassen of het aangeven dat ze een natte luier hebben. Begin met oefenen als je denkt dat je kind er klaar voor is en kies een periode waarin je weinig plannen hebt, zodat je de training niet hoeft te onderbreken.
Het gebruik van een potje of toiletverkleiner hangt af van de voorkeur van je kind. Een potje is meestal eerst een betere optie voor jonge kinderen, omdat het voor hen toegankelijker is en minder angst oproept. Als je kind echter al wat ouder is en zich comfortabel voelt met het idee van naar het toilet gaan, kan een toiletverkleiner een goede keuze zijn. Het is allemaal afhankelijk van wat je kind het prettigste vindt, dus observeer hun reacties en kies de optie die bij hen past.
Veel voorkomende problemen tijdens potjestraining zijn terugvallen, weerstand tegen het potje en ongelukjes. Het is niet ongewoon dat een kind dat al zindelijk lijkt weer een keer in de broek plast, vooral tijdens periodes van stress of verandering. Blijf geduldig en moedig je kind aan zonder een negatieve houding aan te nemen. Ook willen sommige kinderen niet op het potje zitten of geven ze de voorkeur aan een luier. Blijf het gesprek aan gaan en maak het potje aantrekkelijk om op te zitten, bijvoorbeeld door samen te lezen of te zingen terwijl ze op het potje zitten.