De beste tijd om een amandelboom te planten is in het voorjaar, zodra de kans op vorst voorbij is. Dit is meestal rond april of mei. De bodem is dan warm genoeg, wat de groei van de wortels bevorderd. Zorg ervoor dat je een jonge boom kiest, omdat deze beter de kans heeft om zich aan te passen aan de nieuwe omgeving.
Een amandelboom heeft behoorlijk wat ruimte nodig om goed te kunnen groeien. Idealiter heb je minimaal 4 tot 6 vierkante meter per boom nodig. Dit zorgt ervoor dat de takken voldoende ruimte hebben om uit te spreiden en dat de boom voldoende lucht en licht kan ontvangen. Het is belangrijk dat je ook rekening houdt met nabijgelegen planten, zodat ze elkaar niet in de weg staan.
Ja, regelmatig snoeien is belangrijk voor het behoud van de gezondheid van je amandelboom. In de zomer kun je de lange, jonge scheuten terugknippen. Dit helpt om de boom compact te houden en voorkomt dat hij te veel schaduw op andere planten werpt. Snoei ook na de oogst om kruisende takken te verwijderen, zodat de boom een open structuur behoudt.
Amandelbomen geven de voorkeur aan goed doorlatende, droge bodem. Ze houden niet van natte voeten, dus zorg ervoor dat de grond goed afwatert. Een lichte, zandige of kleigrond met een pH tussen de 6 en 7 is ideaal. Om de bodem te verbeteren, kun je compost toevoegen, wat helpt vocht vast te houden en de voedingsstoffen in de bodem verhoogt.
Om je amandelboom te beschermen tegen ziekten, is het belangrijk om regelmatig de bladeren en takken te inspecteren. Kijk uit voor tekenen van schimmel of insecten. Zorg ervoor dat je boom goed lucht krijgt door te snoeien en plant hem in een goed doorlatende bodem. Bij een schimmelinfectie kun je praten met een tuinexpert voor de beste oplossingen of biologisch verantwoorde bestrijdingsmiddelen.