De ideale aas voor schar zijn vooral zeevissen zoals prik of garnalen, maar ook stukjes vis zoals makreel kunnen goed werken. Het is handig om verse aas te gebruiken, omdat dit schar sneller aantrekt. Zorg ervoor dat je het aas niet te groot snijdt, want schar staat bekend om zijn kleinere bek.
Je kunt een onderlijn voor schar zelf maken door gebruik te maken van nylon draad met een dikte van ongeveer 30/00. Maak een voorslag van ongeveer 50 centimeter lang en bevestig een haak op de gewenste plek. Gebruik lood in het juiste gewicht om ervoor te zorgen dat de onderlijn goed zinkt. Vergeet niet om een goede knoop te gebruiken om alles stevig vast te zetten.
Goede visplaatsen voor schar zijn vaak zandbodems in ondiep water. Kijk uit naar plekken waar de stroming iets sterker is of dicht bij de monding van rivieren. Ook bij steiger of pier, waar de bodem bijvoorbeel kiezels of een zandbed heeft, vind je vaak schar. Het kan nuttig zijn om het gebied te verkennen op verschillende tijden van de dag.
Je kunt een schar herkennen aan de trekken op je hengel. Vaak zie je kleine, constante tikjes die aangeven dat er vis aan het azen is. Wanneer je een krachtigere trek voelt, is dat waarschijnlijk een schar die de aas pakt. Wacht even voordat je je hengel omhoog haalt, zodat de schar de haak goed kan nemen.
De juiste onderlijn is belangrijk voor het vangen van schar omdat het de kans vergroot dat de vis daadwerkelijk aanhaakt. De structuur en de dikte van de lijn helpen ervoor te zorgen dat je aas op de juiste diepte en op de juiste manier beweegt. Ook zorgt de juiste onderlijn ervoor dat je minder snel vast komt te zitten aan de bodem.