Dostojewski - Netouchka

HOOFDSTUK I

Mijn stiefvader heette Efimov en was de zoon van een armen muzikant. De heer van het dorp, waar hij geboren werd, was een hartstochtelijk minnaar van muziek en hield er voor zijn eigen genoegen een orkest op na; zijn hartstocht kostte hem dan ook het grootste gedeelte van zijn in- komen.

Mijn stiefvader speelde in dat orkest klarinet; toen hij twee en twintig jaar oud was, maakte hij kennis met een zeer zonderlingen jongeman, een Italiaan, die orkestmeester was geweest bij een graaf in hetzelfde district, maar die om zijn slecht gedrag was weggejaagd en van dien tijd af een zeer avontuurlijk bestaan had geleid. Deze zonder- linge en onverklaarbare omgang met een losban- digen dronkaard had op het leven van Efimov een nootlottigen invloed, hoewel in 't eerst zijn gedrag en zijn gewoonten er niet door veran- derden.

Zijn heer zelf had hem in 't begin verboden met den Italiaan om te gaan, doch liet het ten slotte oogluikend toe; reeds waren zij op zeer intiemen voet met elkaar geraakt, toen de gewezen orkestmeester plotseling stierf.

Op zekeren morgen vonden boeren zijn lijk in een diepe kloof; een gerechtelijk onderzoek werd ingesteld, maar men kon voor den dood geen andere

I