In dit rijkgeschakeerde verhaal, waarvoor Erich von Daniken een voorwoord schreef, poneert Peter Krassa op grond van sensationele vondsten in China en gedurfde theorieën een opmerkelijke stelling: buitenaardse wezens zijn in prehistorische tijden in China terecht gekomen, hebben zich daar met de oerbevolking vermengd en zijn daarna vanuit dit 'tweede vaderland' verder de wereld ingetrokken. De foto's van oude kunstwerken en de reconstructietekeningen noden tot nauwkeurige bestudering en vormen een overtuigende ondersteuning van Krassa's stelling.
Geboeid leest men hoe de schrijver in de kleurige sagenschat van China het spoor ontdekt meent te hebben van de 'Gele Goden' die de kosmische leermeesters van de oude Chinezen werden en hen vertrouwd maakten met de geheimen van wetenschap en techniek.
Uit de oude teksten en verhalen diept Peter Krassa wondere zaken op, die ons aan het denken zetten en de moeite van het kennis nemen ten volle waard zijn.

14