In de twee eeuwen van haar bestaan, van 1602 tot 1799, heeft de Verenigde Oostindische Compagnie ruim 4700 maal een schip naar Azië uitgereed. Aan boord van die schepen heeft zich bijna een miljoen mensen bevinden, die allen hun fortuin hoopten te vinden in de Oost. Veel is geschreven over de handel in Azië, over de ontberingen op zee en over het dagelijks leven op de handelsposten in de tropen. Veel minder is gepubliceerd over de rol van de Compagnie in eigen land. Toch werd hier in zes kantoren het reusachtige bedrijf geleid: in Enkhuizen, Hoorn, Amsterdam, Delft, Rotterdam en Middelburg. .. In Sporen van de Compagnie vormen kantoren, pakhuizen, werfgebouwen en uitvaartroutes het uitgangspunt bij de beschrijving van het VOC-bedrijf.

Enkele watervlekjes op sommige pagina’s.