Gedenkt der vorige dagen / H. Florijn

Gedenkt der vorige dagen. Overzicht van de geschiedenis der Oud Gereformeerde Gemeente in Nederland te St. Philipsland / H. Florijn. St. Philipsland, Kerkeraad St. Philipsland, 1984; 303 bladzijden. Dit boek bevat kerkhistorische informatie over ds. P. van Dijke, ds. L. Boone, ds. W.H. Blaak, ds. D. van Leeuwen, ds. L. Gebraad en ds. A. van der Meer. Het wordt gecompleteerd met acht bijlagen, waaronder het reglement van 1844, het oudste doopboek, een lijst van ambtsdragers en de herdenkingsdienst van 10 december 1982. In deze herdenkingsdienst gingen voor ds. A. van de Meer en zijn zoon, ds. A. P. van der Meer. Het is Florijn gelukt er een gemakkelijk leesbaar geheel van te maken. De uitgave bevat meer dan 50 soms min of meer bekende, soms zelfs geheel onbekende afbeeldingen. De titelpagina van het hiervoor genoemde doopboek is geschreven door ds. H. J. Budding. Deze was in feite de eerste predikant van de gemeente. Hij bediende op 8 juli 1837 voor het eerst het sacrament van de Heilige Doop in deze gemeente.
In veertien hoofdstukken geeft Florijn een schets van de grootste kerkelijke gemeente van Sint-Philipsland. Ongeveer de helft van de inwoners van de burgerlijke gemeente behoorde tot deze oud gereformeerde gemeente. In de eerste vier hoofdstukken neemt ds. P. van Dijke een centrale plaats in. Eén hoofdstuk is gewijd aan de periode 1844-1851, waarin de gemeente was aangesloten bij de Christelijke Afgescheiden Gemeenten. Ruim drie hoofdstukken besteedt Florijn aan ds. L. Boone. Vanzelfsprekend krijgt daarbij de houding van deze predikant in 1907 ten opzichte van de vereniging, waaruit het kerkverband van de Gereformeerde Gemeenten is ontstaan, de nodige aandacht. Onder de titel „1907" besteedt Florijn een apart hoofdstuk hieraan. Voor kerkhistorici is de inhoud van dit hoofdstuk een onmisbare aanvulling op alles wat er al over 1907 is geschreven. Te veel is in dit opzicht de visie van ds. Kersten hierop nagepraat en nageschreven en te weinig is werkelijk en diepgaand onderzoek gedaan naar het „waarom" van Boones houding, met tenminste enig invoelingsvermogen voor hetgeen Boone bewoog. Florijn heeft dit hiaat weggewerkt. Het laatste hoofdstuk gaat over de komst van ds. A. van der Meer, in november 1981. Dit hoofdstuk eindigt met een gedeelte uit de toespraak, die ds. Van der Meer hield bij de ledenvergadering van 27 januari 1984. Gedenkt der vorige dagen is een boek, dat zeker niet alleen interessant is voor oud-gereformeerde Fliplanders. Voor allen, die geïnteresseerd zijn in de „kleine kerkgeschiedenis" is dit boek een welkome aanvulling, die soms nieuw materiaal, soms nieuw of ander licht op bestaand materiaal verschaft.