Met 1935 en volgende jaren vervolgt Anatoli Rybakov zijn monumentale trilogie die begon met Kinderen van de Arbat. In dit deel beschrijft hij hoe het stalinistische terreurbewind zich verder ontwikkelt en hoe angst, wantrouwen en politieke vervolging steeds dieper ingrijpen in het persoonlijke leven van gewone burgers. Rybakov weet met zijn indringende stijl en scherp oog voor historische detail de beklemming en spanning van die jaren invoelbaar te maken. Het boek is niet alleen een meeslepende roman, maar ook een waardevol historisch getuigenis.