De Oma met de vliegende schommelstoel - Antoinette BakerBieden
Kenmerken
ConditieGelezen
HerkomstNederland
Jaar (oorspr.)1981
AuteurHerman Pieter de Boer.
Beschrijving
De Kellnerin - Herman Pieter de Boer.
In café De Rode Maan (waar men de vloer nog bestrooide met schelpzand) zat een vrouw met een kartonnen neus op, die middels elastiekjes aan haar oren was bevestigd.
Heimelijk werd ze bekeken door de stamgasten.
Als het nu nog een carnavalsneus was, zoals je die in de feestartikelenwinkel koopt.
Dit was een nagebootste echte neus.
Recht, quasi vleeskleurig.
Er zat een deukje in het karton.
De vrouw was gekleed in een bruine jas, met een kraagje van konijnenbont, eigenlijk heel netjes.
Ze deed een kwartier met een glaasje half-om-half.
Toen ze het leeg had, stond ze op.
Ze liep als een gewone sterveling naar het buffet en betaalde haar vertering, toen ging ze naar de uitgang . Iedereen keek haar na.
Bij de deur draaide de vrouw zich zodanig dat men haar gezicht van opzij zag.
Ze nam de kartonnen neus tussen duim en wijsvinger en trok h em naar voren.
Er zat geen echte neus onder.
Van voorhoofd tot bovenlip ging het zonder omhaal glad naar beneden.
“Lepra” zei ze.
Daarna liet ze de neus weer los.
Dankzij de elastiekjes klapte die vanzelf op zijn plaats.
Ze keerde zich en liep naar buiten.
Een andere keer was er een Duitser.
Hij dronk zesentwintig glazen bier en begon toen te huilen.
“Ich bin ein Waisen”, snikte hij. “
Ik ben en wees”.
Daar hadden ze geen meelij mee.
Die mof was zo’n dikke man, je zag dat hij niets te klagen had.
Op een middag kwam er een heertje met een bolhoed.
Hij haakte zijn paraplu aan de kapstok, hield zijn kaasbolletje op en riep, vrij pedant : “Een gebakken kraai, en vlug, want ik heb haast.
” “De kraaien zijn op,” zei de kastelein.
“Nu al ?” riep de ander gepikeerd.
De kastelein knikte.
“Het is verschrikkelijk,” mopperde de vreemdeling, terwijl hij zijn para plu pakte, “dat is al het derde lokaal waar ik niet in slaag.
En dat in de stad.
Goedendag “
Je hoefde in de Rode Maan maar te gaan zitten en af te wachten.
Er deed zich altijd wel iets voor. Dit in tegenstelling tot café Neumayer ernaast.
Al zat je daar een week, er gebeurde nooit iets.
Sommige mensen gaven daar de voorkeur aan.”
Uit: De Kellnerin en andere verhalen van Herman Pieter de Boer (Elsevier / Manteau, 1977).
De verhalen spelen zich merendeels af rond de jaren dertig, in de stad waar de Mora stroomt en waar men nog fluistert over "Het Damesorkest" (vertrouwde figuren doemen op, kenners!), ze zijn vreemd en mooi geillustreerd door Pat Andrea, en markeren de schrijver andermaal als meesterverteller.
De alfabeet (zeer origineel, waarin een man aan zijn complex om alles in alfabetische volgorde te rangschikken ten onder gaat), bij de filmster verschijnt Het meisje met het armoedige kontje, in een volksbuurt delft Lamoraal naar De Heilbron, een lijk verrijst op De eerste dag, hartstocht verteert De verliefde hospita.
Laat u meeslepen door de erotische, griezelige en humoristische fantasieen van literair kortebaankunstenaar Herman Pieter de Boer, de onnavolgbare.
En doordat het aanvangsverhaal en het slotverhaal enigszins met elkaar te maken hebben wordt een aardig cyclisch effect bereikt.
158 pag - 1981 - ( 207 gram ) - Elsevier Manteau Amsterdam
In goede staat.
In café De Rode Maan (waar men de vloer nog bestrooide met schelpzand) zat een vrouw met een kartonnen neus op, die middels elastiekjes aan haar oren was bevestigd.
Heimelijk werd ze bekeken door de stamgasten.
Als het nu nog een carnavalsneus was, zoals je die in de feestartikelenwinkel koopt.
Dit was een nagebootste echte neus.
Recht, quasi vleeskleurig.
Er zat een deukje in het karton.
De vrouw was gekleed in een bruine jas, met een kraagje van konijnenbont, eigenlijk heel netjes.
Ze deed een kwartier met een glaasje half-om-half.
Toen ze het leeg had, stond ze op.
Ze liep als een gewone sterveling naar het buffet en betaalde haar vertering, toen ging ze naar de uitgang . Iedereen keek haar na.
Bij de deur draaide de vrouw zich zodanig dat men haar gezicht van opzij zag.
Ze nam de kartonnen neus tussen duim en wijsvinger en trok h em naar voren.
Er zat geen echte neus onder.
Van voorhoofd tot bovenlip ging het zonder omhaal glad naar beneden.
“Lepra” zei ze.
Daarna liet ze de neus weer los.
Dankzij de elastiekjes klapte die vanzelf op zijn plaats.
Ze keerde zich en liep naar buiten.
Een andere keer was er een Duitser.
Hij dronk zesentwintig glazen bier en begon toen te huilen.
“Ich bin ein Waisen”, snikte hij. “
Ik ben en wees”.
Daar hadden ze geen meelij mee.
Die mof was zo’n dikke man, je zag dat hij niets te klagen had.
Op een middag kwam er een heertje met een bolhoed.
Hij haakte zijn paraplu aan de kapstok, hield zijn kaasbolletje op en riep, vrij pedant : “Een gebakken kraai, en vlug, want ik heb haast.
” “De kraaien zijn op,” zei de kastelein.
“Nu al ?” riep de ander gepikeerd.
De kastelein knikte.
“Het is verschrikkelijk,” mopperde de vreemdeling, terwijl hij zijn para plu pakte, “dat is al het derde lokaal waar ik niet in slaag.
En dat in de stad.
Goedendag “
Je hoefde in de Rode Maan maar te gaan zitten en af te wachten.
Er deed zich altijd wel iets voor. Dit in tegenstelling tot café Neumayer ernaast.
Al zat je daar een week, er gebeurde nooit iets.
Sommige mensen gaven daar de voorkeur aan.”
Uit: De Kellnerin en andere verhalen van Herman Pieter de Boer (Elsevier / Manteau, 1977).
De verhalen spelen zich merendeels af rond de jaren dertig, in de stad waar de Mora stroomt en waar men nog fluistert over "Het Damesorkest" (vertrouwde figuren doemen op, kenners!), ze zijn vreemd en mooi geillustreerd door Pat Andrea, en markeren de schrijver andermaal als meesterverteller.
De alfabeet (zeer origineel, waarin een man aan zijn complex om alles in alfabetische volgorde te rangschikken ten onder gaat), bij de filmster verschijnt Het meisje met het armoedige kontje, in een volksbuurt delft Lamoraal naar De Heilbron, een lijk verrijst op De eerste dag, hartstocht verteert De verliefde hospita.
Laat u meeslepen door de erotische, griezelige en humoristische fantasieen van literair kortebaankunstenaar Herman Pieter de Boer, de onnavolgbare.
En doordat het aanvangsverhaal en het slotverhaal enigszins met elkaar te maken hebben wordt een aardig cyclisch effect bereikt.
158 pag - 1981 - ( 207 gram ) - Elsevier Manteau Amsterdam
In goede staat.
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
Emmen
1x bekeken
0x bewaard
Sinds 16 sep '25
Advertentienummer: m2311837133
Populaire zoektermen
literatuur dautzenbergpieter waterdrinkergerard pieter adolfsmoby dick herman melvilleherman finkers cursus omgaan met teleurstellingenhet diner herman kochnederlands literatuur kwartetherman kochherman brusselmansLiteratuurherman heijermansherman pieter de boeradriaan boerzomerhuis met zwembad herman kochpom sjaal in Mutsen, Sjaals en Handschoenenfelco in Snoeischarenbamboe tuinscherm in Tuinschermenbatavus viento easy in Elektrische fietsenhelmond in Fietsen | Dames | Omafietsenluierplank in Kinderkamer | Commodes en Kastenbmc gravelbike in Fietsen | Racefietsenvtech bumba laptop in Speelgoed | Vtechkenwood surround in Versterkers en Receiversbekisting in Metalen