In zeer goede staat; gebonden met omslag; 424pp; in één koop met het boek 1945-1950 beide boeken voor 35 euro (zie andere advertentie O.G. Ward)
Auteur: O.G. Ward
Uitgeverij: Unieboek 1985
Taal: Nederlands

Over de historie van de Militaire van het KNIL in de Tweede Wereldoorlog is weinig geschreven. Dit doet onrecht aan hen die in de Pacific-oorlog en de jaren daarna bij dit wapen hebben gediend. In Nederland werd de voorkeur gegeven allereerst de geschiedenis van de Nederlandse luchtmacht te onderzoeken en op schrift te stellen. Pas in 1975 werd de opdracht gegeven de historie van de Indische luchtmacht in de
periode 1942-1945 te onderzoeken en te boek te stellen. Na intensieve studie is het thans gelukt-veertig jaar na de beëindiging van de Tweede Wereldoorlog-deze historie door middel van dit boek te presenteren en wellicht voor de laatste keer hiervoor aandacht te vragen.

Dit boek beschrijft de geschiedenis vanaf maart 1942, toen ondanks een heroïsche strijd van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger en de Koninklijke Marine, geallieerd met Britse, Australische en Amerikaanse strijdkrachten, Nederlands-Indië nagenoeg geheel in Japanse handen viel. Een kleine groep militairen en burgers wist aan Japanse handen te ontkomen door tijdige evacuatie naar veiliger oorden. Zij zijn het geweest -leden van de Militaire Luchtvaart, Marine Luchtvaartdienst, burgerluchtvaart en later ver-
sterkt door Nederlanders afkomstig uit de meest uiteenlopende delen van de wereld- die de strijd tegen Japan hebben voortgezet. In chronologische volgorde wordt de evacuatie en de allereerste opzet van de ML in Australië beschreven. Het boek behandelt niet alleen het nationale en internationale beleid bij de oprichting van de squadrons en het verkrijgen van materieel, de ups en downs van het moreel, maar ook de vechtlust en het elan van het personeel na de geestelijke terugslag van de capitulatie. Aparte hoofdstuk-
ken zijn gewijd aan de befaamde squadrons nr. 18 en 120, het luchttransport en de bijzondere vluchten naar Java.
Dit boek, dat op verzoek van de Chef van de Luchtmachtstaf is geschreven, biedt een uitvoerig relaas over de Indische luchtmacht in de Pacific-oorlog. Het wil tevens een hommage zijn aan alle Nederlands-Indische luchtvarenden die in de oorlogsjaren met inzet van hun leven Vorstin en Vlag hebben gediend.