Drietal albums: 
Bali in Kleuren (DE) ,
Java Onze Zendingsvelden en
Noord-Nieuw-Guinee Papoealand, het arbeidsveld van de Utrechtse Zendingsvereniging
Bali
geschreven door Piet Bakker, kleurenfoto’s Wim Berssenbrugge, 5 euro omslag/kaart/illustraties : F. ten Have v.r.i. met materiaal van Koninklijk instituut voor de Tropen;
Uitgave van Douwe Egberts met medewerking van de KLM; gebonden : in prima staat– totaal helemaal in tact (( van 1 pagina klein hoekje afgescheurd/vermelding naam ( )- ; alle plaatjes compleet (kleuren foto’s !); eerste druk, uitgave 1951;
Douwe Egberts is met 15 grote albums en 7 kinderalbums de derde grootste albumuitgever in Nederland.
De gehele serie naoorlogse albums wordt door Douwe Egberts zelf bestempeld als “reisalbums”.
De Indië-albums zijn direct herkenbaar aan de bruine ruggen.
Dit album is van vorm gelijk aan de andere 13 reisalbums, maar het wijkt in uiterlijk af van de overige doordat het gehele voorplat en achterplat geïllustreerd zijn, met een reproductie van een schilderij van een Balinese schilder. Het album is ingedeeld in acht hoofdstukken met een pentekening boven de hoofdstuktitel. De platen en plaatjes hebben weer op de achterzijde de titel van het album het serienummer en het paginanummer. Bij elke foto is een korte beschrijving gegeven. In dit album staat het verhaal over de foto’s niet achterin, maar direct na de inleiding.
Het hoofdstuk “Er woonde eens op Bali”, waarin een beschrijving wordt gegeven van de ontstellende slachting die in 1906 door de Nederlanders met artillerie en machinegeweren is aangericht naar aanleiding van een beweerde diefstal van 2.000 dollars, wordt besloten met een alinea die na de bloedige aanslagen van Moslimterroristen in de afgelopen jaren een cynische lading heeft gekregen: “Snel gaat de geschiedenis. Sinds 1906 zijn ruim vijftig jaren verstreken. En hoe gans anders is de situatie in Indonesië. Hoe het Hinduse Bali zich zal voegen in het geheel van de Mohammedaanse wereld, is een vraag, die thans nog niet kan worden beantwoord.”
Java
Plaatjes (foto’s en illustraties) Tekst van O. Luinenburg, illustratieve bewerking van Alb. J. de Neef. Uitgave van het Zendingsbureau Oegstgeest. (1940) Op de voorplaat is aangegeven: “Tweede uitgave van Onze Zendingsvelden”.
In prima staat - compleet met alle ingeplakte platen/plaatjes (foto’s en illustraties) in oorspronkelijke band; uitgave 1940
Halflinnen kwartoalbum met gelakte zwarte rug zonder opdruk en beplakt voor- en achterplat. Het gehele voorplat is gedessineerd en het achterplat is blanco. Op de drie pagina’s na de titelpagina zijn topografische kaarten van West, Midden en Oost-Java afgedrukt.. Een aantal mooiere foto’s, die niet betrekking hebben op de zending maar op het land zelf, zijn afkomstig van de Rotterdamsche Lloyd, zoals op de foto is aangegeven. De 10 kleurenplaten zijn gedrukt op dik mat papier en zijn in dit album allemaal schilderingen. Verder zijn nog een aantal pentekeningen opgenomen.
Er is veel interessants te lezen over het grote eiland Java en de cultuur, maar het is nog sterker dan het voorgaande een boek over de zending. Voor iedereen interessant om te lezen zijn de acht Javaanse verhalen die verteld worden op pagina 67 – 80.
Zendingswerk
De Utrechtse Zendingsvereniging begon in 1855 met het zendingswerk op Nieuw-Guinea. Het “Zendingsbureau” startte in 1939 met een reeks albums onder de gemeenschappelijke noemer “Onze zendingsvelden”. De reeks stond onder redactie van O. Luinenburg en Albert de Neef. De Neef schreef het eerste album, gewijd aan Papoealand (1939) Nederlands (Noord) Nieuw-Guinea, waar hij zelf van 1920 – 1935 zendeling was geweest. Luinenburg schreef het tweede album, Java (1940); over zijn aandeel in de zending wordt niets vermeld. Schrijvers vinden voor andere zendingsgebieden was kennelijk te moeilijk, mogelijk mede vanwege de oorlog waardoor de contacten met de zendingsvelden waren verbroken.
Noord-Nieuw-Guinee Papoealand;
Tekst en illustratieve bewerking van Alb. J. de Neef. Uitgave van het Zendingsbureau, Oegstgeest. 1939 Op de voorplaat is aangegeven: “Eerste uitgave van Onze Zendingsvelden”.
De verkoop bevat TWEE albums. Eén album geheel compleet; één album beperkt aantal plaatjes.
In dit boek is veel interessants te lezen over het Papoealand en de cultuur, maar het is toch vooral een boek over de historie van de zending in Nieuw-Guinea. Een complete lijst van de zendelingen vanaf het begin in 1855, toen het land in Nederlands bezit kwam, is achterin opgenomen.
De algemene kenmerken van dit vooroorlogse album is beschreven in de inleiding. Halflinnen kwartoalbum (24 x 30 cm) met gelakte zwarte rug zonder opdruk en beplakt voor- en achterplat. Het gehele voorplat is gedessineerd en het achterplat is blanco. Op de achterzijde van het titelblad is een topografische kaart van Noord (Nederlands) Nieuw-Guinea afgedrukt. Het forse album is onderverdeeld in 11 ongenummerde hoofdstukken met een koptekening met de titel, en waar er ruimte voor is een eind”vignet”.
De Utrechtse Zendingsvereniging begon in 1855 met het zendingswerk op Nieuw-Guinea. Het “Zendingsbureau” startte in 1939 met een reeks albums onder de gemeenschappelijke noemer “Onze zendingsvelden”. De reeks stond onder redactie van O. Luinenburg en Albert de Neef. De Neef schreef het eerste album, gewijd aan Papoealand (1939) Nederlands (Noord) Nieuw-Guinea, waar hij zelf van 1920 – 1935 zendeling was geweest. Luinenburg schreef het tweede album, Java (1940); over zijn aandeel in de zending wordt niets vermeld. Schrijvers vinden voor andere zendingsgebieden was kennelijk te moeilijk, mogelijk mede vanwege de oorlog waardoor de contacten met de zendingsvelden waren verbroken.