in januari 1950 besloot Sleen de serie voort te zetten. Hij hertekende de personages en gaf hen andere namen:
- Fonske, Bikini, Oscar en Lange So: de kinderen. Fonske heette oorspronkelijk “Mielke”, maar werd later Fonske genoemd. Bikini is het enige meisje van de bende en werd vernoemd naar het gelijknamige kledingstuk. Oscar is een klein, dik jongetje, wiens gezicht verborgen gaat onder een pet met een grote klep. Lange So (oorspronkelijk “De Lange”) is een lange jongen met flaporen die een baret draagt en bijna even groot als een volwassene is.
- De Champetter: de wijkagent. In de originele aankondigingsstrook noemde Sleen hem “Champetter Vanmeel”, maar meestal noemde iedereen hem gewoon “Champetter”. Hij is een erg dikke, verwaande man die het voortdurend aan de stok heeft met de Kapoentjes en Flurk.
- Flurk: de slechterik. Een al wat oudere jongen die voortdurend de Kapoentjes en de champetter pest. Hij is een echte leegloper en doet blijkbaar niets anders dan stelen, treiteren en streken uithalen. De Kapoentjes zorgen er via listen en het “poets wederom poets”-principe voor dat hij continu in handen van de Champetter terechtkomt.
- Moeder Stans: Een dorpsvrouw die zich vooral bezighoudt met huishoudelijke taken. In latere gags leek ze steeds meer op Madam Nero uit de stripreeks Nero.