Psg01 indische Wandelende takken. Bij ons de tweede generatie. De "ouders" leven nu al ruim een jaar bij ons dus met goede zorg gaan ze lang mee.
Ze zullen nog 1 of 2x vervellen voordat ze eitjes gaan leggen.
Ze gaan per 2 weg alleen ophalen zelf een bakje meenemen.
Mocht u eerder een bericht hebben gestuurd op de vorige advertentie dan kan het zijn dat ik die gemist hebt door de hoeveelheid reacties. Probeer gerust opnieuw. 1,- per stuk, we verkopen geen eitjes.
Oorsprong: India
Voedsel: Klimop, braam, liguster, eik, hazelaar,…Grootte (zonder poten): mannetje 6 cm, vrouwtje 8-10 cm
Voortplanting: Parthenogenetisch in cultuur, voornamelijk vrouwtjes leggen zonder mannetje eitjes. Eitjes komen bijna altijd uit.
Incubatietijd eieren: 2-3 maanden
Zorg voor de eieren: De eitjes, zo’n 4 per dag laat het vrouwtje gewoon op de grond vallen. Je kan ze in een potje leggen op keukenpapier en af en toe eens sproeien. Hou er zeker niet te veel bij, anders ga je overstelpt worden met jonge takjes die je onmogelijk gaat kunnen verzorgen.
Verzorging en luchtvochtigheid: Geen al te moeilijke soort die niet al te veel eisen stelt. Keukenpapier of zand op de bodem voldoet. Elke avond de bak lichtjes sproeien om de vervellingen beter te laten verlopen en ze wat te laten drinken. Kamertemperatuur is voldoende.Tijd tot volwassenheid: 4 tot 5 maanden
Terrarium en ventilatie: Een terrarium, aquarium of vaas van minstens 30 cm hoog, afgedekt met vitrage in/op borduurring is reeds voldoende.
Interessante weetjes: Dit is ongetwijfeld de bekendste soort die meeste mensen wel zullen kennen. Deze bekende tak is de Indische- of laboratorium wandelende tak, die aan het eind van de 19e eeuw naar Europa is gebracht om zijn parthenogentische kenmerken (voortplanting zonder mannetjes) te kunnen bestuderen. Sindsdien wordt deze zeer eenvoudig te houden soort door velen succesvol gekweekt. Vrouwtjes zijn groen tot bruin met fijne stippeltjes (de kleur hangt af van de vochtigheid en de temperatuur waarop je de diertjes zitten hebt, maar kan ook tijdelijk veranderen door de lichtintensiteit). Bij volwassen dieren zijn de “oksels” van de voorpoten fel rood gekleurd wanneer ze eitjes leggen of boos zijn. Mannetjes zijn er in cultuur amper te vinden. Als afweermechanisme kunnen ze zich laten vallen op de bodem van de bak en kunnen ze uren stilliggen totdat ze weer tot leven komen en get gevaar is geweken.