Het basisspel gebruikt lang niet alle elementen die in de doos zitten. Daarnaast kent het twee fases waarvan fase twee het leuks is voor kinderen.
In fase 1 moeten spelers kaarsen in kamers van de kasteelkelders leggen. Het idee is dat je deze met jouw poppetje op moet halen vanuit ‘de kinderkamer’. Terwijl je dit doet, loopt de La Cucaracula door de gangen. Raakt hij jouw poppetje, moet je opnieuw beginnen.
Hier zit meteen een zwakte in de gameplay. Want alle spelers zullen de kaarsen zo dichtbij mogelijk leggen en daarmee niet het hele speelbord benutten. Ook kom je er al snel achter dat je minder risico loopt aangeraakt te worden, wanneer jouw poppetje middenin grote kamers staat.
Heb je al een kaars en wordt je gepakt, moet je de kaars in een speciale balk steken. Deze zit onder het hoofdbord van het spel. Jouw kaars staat dan klaar voor fase 2.
Zijn alle kaarsen binnen, dan kunnen de spelers door naar fase 2 van La Cucaracula. Overigens, iedere speler die alle kaarsen heeft verzameld, stopt met spelen tot fase 2 start. Best een plezierige regel voor jonge spelers.
Bij fase twee gebruiken de spelers de lanceerinrichting. In het hoofdbord van het spel zit een groot gat voor de maan. Het idee is dat je de hexbug (terwijl deze uit staat), door het gat lanceert. En dat is behoorlijk moeilijk. Ons advies is trouwens wel om het spel even tegen een muur aan te zetten in deze fase. De hexbug stuitert echt overal heen, dus je blijft aan het rapen. Per kaars die een speler in de balk heeft geplaatst, mag een speler drie pogingen wagen met de Hexbug. Is het raak, mag je de kaars terugnemen.
Aan het einde van fase 2 is het simpelweg kaarsen tellen. Gelijk spel? Dan ga je spelen om een extra kaars. Wederom door de Hexbug door het maangat te lanceren. Top!