Dit verlengstuk kan zelfstandig of voor de ringconstructiemethode worden gebruikt. De poorten worden automatisch gesloten door binnenkomende locomotieven en weer geopend wanneer ze vertrekken. In de eerste schuilplaats kunnen locomotieven met een lengte van 290 mm LüP worden geparkeerd, met directe toegang via de draaischijf, en locomotieven tot een lengte van 220 mm LüP kunnen in de andere twee depots worden geparkeerd. Aansluithoek van het spoor: 15°. Bij 7,5° kan slechts elke tweede uitgang van de draaitafel worden gebruikt.