Pannenkoekplant

De Pannenkoekplant (Pilea peperomioides) is een ontzettend populaire en relatief makkelijke kamerplant, bekend om zijn ronde, platte bladeren die lijken op kleine pannenkoekjes. Hij is ook geliefd omdat hij gemakkelijk 'babyplantjes' produceert. Hier zijn de belangrijkste verzorgingstips:
1. Licht:
Helder, indirect licht: Dit is ideaal voor de Pannenkoekplant. Zet hem niet in direct zonlicht, want dit kan de bladeren verbranden en verbleken. Locatie: Een plekje dicht bij een raam op het oosten of westen is perfect. Een raam op het zuiden kan, maar dan wel een paar meter van het raam af, of met een vitrage ervoor. Draaien: Draai de plant regelmatig (ongeveer eens per week) zodat alle kanten evenveel licht krijgen. Anders zal hij scheef groeien richting het licht.
2. Water geven:
Laten opdrogen: De Pannenkoekplant houdt niet van 'natte voeten'. Laat de bovenste 2-3 cm van de potgrond opdrogen voordat je opnieuw water geeft. Steek je vinger in de grond om te voelen. Regelmaat: In de zomer heeft hij waarschijnlijk 1 à 2 keer per week water nodig. In de winter is dit minder, misschien eens in de 1 à 2 weken, afhankelijk van de temperatuur en luchtvochtigheid in huis. Drainage: Zorg ervoor dat de pot drainagegaten heeft, zodat overtollig water weg kan lopen. Laat de plant nooit in een laagje water staan. Tekenen van te veel/te weinig water: Gele, vallende bladeren (onderaan): Meestal te veel water (wortelrot). Slappe, hangende bladeren (en potgrond kurkdroog): Te weinig water.

3. Luchtvochtigheid:
De Pannenkoekplant is redelijk tolerant wat betreft luchtvochtigheid, maar hij waardeert een gemiddelde tot hogere luchtvochtigheid. Sproeien: Vooral in de winter, wanneer de verwarming aanstaat en de lucht droger is, kun je de plant af en toe besproeien met een plantenspuit.
4. Potgrond en voeding:
Potgrond: Gebruik goed doorlatende potgrond. Gewone kamerplantenpotgrond gemengd met wat perliet of grof zand werkt prima. Voeding: Geef tijdens de groeiperiode (lente en zomer) eens in de 2-4 weken vloeibare plantenvoeding voor kamerplanten. In de herfst en winter is extra voeding niet nodig.
5. Temperatuur:
Kamertemperatuur is ideaal: tussen de 18°C en 25°C. Vermijd temperaturen onder de 10°C.
6. Verpotten:
Verpot de Pannenkoekplant als de wortels uit de drainagegaten komen of als de plant erg groot wordt voor de pot. Dit is meestal eens in de 1-2 jaar, bij voorkeur in het voorjaar. Kies een pot die slechts één maat groter is.
7. Vermeerderen (de 'babyplantjes'):
De Pannenkoekplant staat erom bekend dat hij gemakkelijk kleine 'kindjes' produceert die uit de grond omhoog komen, vaak langs de stam van de moederplant. Verwijderen: Wanneer deze 'baby's' groot genoeg zijn (enkele centimeters hoog en eigen wortels hebben), kun je ze voorzichtig losmaken van de moederplant, eventueel met een schoon mes. Nieuwe pot: Plant ze in een aparte pot met verse potgrond. Geef wat water en ze zullen snel verder groeien tot nieuwe Pannenkoekplanten!
8. Veelvoorkomende problemen:
Gele/bruine bladeren: Vaak een teken van te veel water. Bruine randen aan bladeren: Kan duiden op te droge lucht of te weinig water. Kleine, lichte bladeren: Te weinig licht. Bladeren die naar binnen krullen of bollen: Dit kan komen door te veel direct zonlicht.
Met deze tips kun je je Pannenkoekplant gezond en gelukkig houden!