Bronswerk (later Stork) - Amersfoort - 1947

Bronswerk is ontstaan uit een fusie in 1946 van Huygen & Wessel (sinds 1918 in Amersfoort) en Becht & Dyserinck uit Amsterdam. Bronswerk kende een bloeitijd sinds 1950, met nieuwe afdelingen voor Ketelbouw en Apparatenbouw.

Naam: Bronswerk
Type: recepis voor een aandeel -SPECIMEN-
Nominaal: f 1000
Plaats: Amsterdam
Uitgiftedatum: 1947
Coupons: Nee
Kwaliteit: EF, ongevouwen

Metaalbedrijf Bronswerk was met 1100 werknemers de grootste werkgever van Amersfoort in de jaren 60. Vanuit de fabriek werden onder andere kachels, airconditioning, immense ketels én jongelui met een vakopleiding de wijde wereld in gestuurd. Het gebouwencomplex stond op een groot stuk grond aan de Brabantsestraat en de Eemstraat.

De geschiedenis van Bronswerk begon in 1918, toen ingenieursbureau Huygen & Wessel vanuit Rotterdam naar Amersfoort kwam en een fabriek voor verwarming bouwde aan de Eemstraat. Negenentwintig jaar later fuseerde dit bureau met Becht & Dyserinck die gespecialiseerd waren in bronzen onderdelen voor de marine en de spoorwegen. Samen gingen zij verder onder de naam Bronswerk.

In 1968 werd Bronswerk overgenomen door Stork, een onderdeel van de failliete scheepswerf Wilton-Fijenoord. Bronswerk Ketel & Apparatenbouw behoorde tot de energiedivisie van de Verenigde Machinefabrieken en was een belangrijke producent van onder andere warmtewisselaars, reactoren, drukvaten, ketelinstallaties en componenten voor de offshore industrie. De resultaten van Bronswerk verslechterden sinds de jaren ‘70 elk jaar steeds verder. Door een continue verslechtering van de marktsituatie voor het productenpakket leidde het bedrijf grote verliezen. Daarom werd in 1977 besloten om de productiebedrijven in Amersfoort en Utrecht vanwege de grote fabriekshallen samen te voegen tot één productie-eenheid in Utrecht.

In 1983 sloot ook de afdeling Apparatenbouw: het einde van Bronswerk en het begin van Standard Fasel Utrecht.

Bekijk ook mijn andere advertenties.