Opgericht 1901.Zij exploiteerde 2 concessies in Midden-Palembang, waarvan een als niet loonend aan het Gouvernement werd teruggegeven. In 1906 nam Shell de werken en de raffinaderij te Bagoes Koening, in de buurt van Pladjoe, over van de Petroleum-Maatschappij Moesi Ilir tegen nom.f 360.000 in aand.Shell.

Naam: N.V. Petroleum Maatschappij Moesi Ilir
Type: bewijs van 10 aandelen - SPECIMEN-
Nominaal: f 1200
Plaats: Amsterdam
Uitgiftedatum: 1901
Coupons: Ja
Kwaliteit: VF+, gevouwen

Uit de geschiedenis van de Koninklijke:
De Petroleum-Maatschappij Moesi Ilir werd in 1900 opgericht met een maatschappelijk kapitaal van ƒ 9.600.000, verdeeld in 80.000 aandeelen van ƒ 120 elk, waarvan op 23 April 1901 ter openbare inschrijving werden aangeboden in Nederland ƒ 2.580.000 aandeelen tot den prijs van 100 %, terwijl 18.500 aandeelen a ƒ 120 = frs. 250 gereserveerd waren voor de Parijsche markt. Het geheele uit te geven kapitaal bedroeg dus ƒ 4.800.000 = frs. 10.000.000. Deze maatschappij was gevormd ter overneming van vergunningen van het Moesi Ilir Syndikaat.

Dit Syndikaat, dat zich ten doel stelde op twee in de Residentie Palembang gelegen vergunningen, ter grootte van circa 100.000 bouws, boringen naar petroleum te doen, was opgericht in 1897. Dadelijk bij de oprichting was vastgesteld dat, wanneer door een nader onderzoek mocht blijken, dat deze terreinen voldoende olie opleverden, die in eene naamlooze vennootschap tot exploitatie der op die gronden te verkrijgen concessie of concessiën ingebracht moesten worden.

De werkzaamheden van het Syndikaat, dadelijk in Mei 1897 ter plaatse aangevangen en die vooral in de jaren 1898, 1899 en 1900 krachtdadig werden voortgezet, hadden de overtuiging gegeven, dat de terreinen inderdaad in ruime mate oliehoudend waren.

Verdere onderzoekingen, onafhankelijk van die van het Syndikaat, bevestigden nader de verkregen uitkomst, waarna de noodige stappen werden gedaan om de beide vergunningen ten name der Vennootschap te doen overschrijven, en concessie aan te vragen op een deel daarvan.

In de Naaml. Venn. werden de vorengenoemde twee vergunningen ingébracht tegen betaling van ƒ 1.250.000 in kontanten, waaruit te bestrijden waren de koopsom en de kosten van plaatsing van het te Amsterdam en te Parijs uit te geven kapitaal.

De vennootschap had buitendien aan de inbrengers te voldoen eene „royalty” van ƒ 1.50 per ton ruwe olie over de eerste 100.000 ton per jaar en van ƒ 1 per ton over het meerdere.

Door de vennootschap werden verder uitgegeven 4800 oprichtersbewijzen, welke gezamenlijk recht gaven op 15 % in de overwinst, nadat in eenig jaar 7 % op het uitgegeven aandeelenkapitaal zou zijn betaald; evenzeer tot deelname van 15 % in de verder uit te geven aandeelen en eindelijk bij eventueele liquidatie tot 15% van hetgeen overblijft, nadat het uitgegeven aandeelenkapitaal met 100 % is terugbetaald.

Van het uit te geven kapitaal a ƒ 4.800.000 bleef voor de vennootschap een bedrag van ƒ 3.550.000 beschikbaar, dat voldoende werd geacht tot bestrijding der kosten voor den aanleg van de noodige pijpleidingen, oprichting der raffinaderij, alsmede voor verder benoodigde inrichtingen, ontwikkeling van de boringen en bedrijfskapitaal.

Voor de oprichting der raffinaderij was op den rechter oever van de Moesi, in de nabijheid van Palembang, een geschikt emplacement gevonden.

De Mij. had zich dadelijk van den afzet van haar product verzekerd door een contract, waardoor zij geen belangrijke kapitaalsuitgaven behoefde te doen, voor de verkoopsorganisatie op groote schaal vereischt.

In 1906 verkreeg de „Koninklijke" in huur de raffinaderij te Bagoes Koening bij Palembang der Petroleum Maatschappij Moesi Ilir. Tevens belastte zij zich met de winning en de verwerking der ruwe olie van laatstgenoemde maatschappij.

Den aandeelhouders der Petroleum Maatschappij Moesi Ilir werd dé gelegenheid geboden hunne aandeelen tegen aandeelen in de „Koninklijke" om te ruilen. Hierdoor kwam de „Koninklijke" in het bezit van ongeveer alle aandeelen dezer maatschappij.

één aandeel in de Koninklijke k f 1000.— ex dividend 1905, Toor iedere 100 aandeelen & f 120. — Moesi Ilir

De Koninklijke gaf totaal nominaal f 360.000 in aandelen Shell uit.

Bekijk ook mijn overige advertenties.