Aangeboden wordt een unieke medailleset van een uiteindelijke Lieutenant der Royal Navy welke tijdens beide Wereldoorlogen diende. De officier had maar liefst elf onderscheidingen op zijn naam, waaronder driemaal voor dapperheid, deze drie allen zijnde voor de Tweede Wereldoorlog toen hij maar liefst in de 40 was. Hieronder volgt het uitzonderlijke verhaal van een helfhaftige man welke van matroos tot officier wist op te klimmen tijdens maar liefst 35 dienstjaren, twee Wereldoorlogen en de Arabische opstand te Palestina eind 30'er jaren en zelfs koninklijk werd onderscheiden door Koning George VI.
Donald werd in 1902 geboren in een buitenwijk van London. Hij had twee zusjes welke twee en zes jaar jonger waren. Zijn vader was een trambestuurder en het gezin had tevens een huurder in het grote, zes kamers tellende Victoriaanse huis waar zij woonden. Donald leerde voor graveerder toen de Grote Oorlog uitbrak en wilde zo snel als het kon in militaire dienst om voor zijn vaderland te strijden. Voor een jongen van amper twaalf was dit echter onmogelijk.
Toen hij echter vijftien jaar oud werd, in 1917, meldde hij zich echter direct aan bij de Royal Navy omdat deze een lagere leeftijdsgrens had als de British Army. Hij trad na militaire keuring vanaf juni van dat jaar in dienst met de rang van Boy 2nd Class, om in november vervolgens zich te specialiseren als signalist waarna hij bevorderd werd tot Boy Signaller. Hij kreeg op twee grote 19-eeuwse oorlogsbodems, om vanaf 1918 op de HMS Repulse te dienen. Dit was een Renown-Class Battlecruiser waarmee Donald de laatste oorlogsfase meemaakte tegen de steeds zwakker wordende Duitse vloot en vervolgens aanwezig was tijdens de overgave en het volgens zelf tot zinken brengen van de Kaiserlichen Hochseeflotte in Scapa Flow.
Donald werd na het einde van de Grote Oorog aan boord van verschillende oorlogsbodems geplaatst, waaronder H.M.S. Renown, H.M.S. King George V, de destroyer H.M.S. Douglas en H.M.S. Cormorant. Aan boord van dit laatste schip werd hij onderscheiden met de British War Medal en Victory Medal. Hierna ward hij in 1919 bevorderd tot Ordinary Signaller. In 1925 werd hij aan boord van H.M.S. Centaur geplaatst welke Flagship for the Commodore of the Destroyers in de Atlantic Fleet was, en aan boord van dit schip werd hij aan het eind van dat jaar bevorderd tot Leading Signaller.
De tussenliggende periode dient nog onderzocht te worden maar duidelijk is dat Donald een "warrant" commissie kreeg in de rang van Signaller Boatswain in juli 1934 en hij in deze capaciteit actie zou zien tijdens de Arabisch-Palestijnse opstand. Door middel van het opvragen van de Campaign Medal Rolls wordt duidelijk aan boord van welk schip Donald op dat moment diende.
Hiervoor kreeg hij vervolgens de Naval General Service 1915-1962 met "Palestine 1936-1939" Clasp, wat zijn derde onderscheiding was. Het is interessant te vermelden dat hij normaliter vanwege zijn langdurige trouwe dienst zou zijn onderscheiden met de Naval Long Service and Good Conduct Medal. Dit is echter niet het geval. Om voor deze onderscheiding in aanmerking te komen moest hij vijftien jaar trouw dienen en in het bezit zijn van drie "Good Conduct Badges". Zijn derde, werd volgens zijn Naval Service Record, echter ingetrokken en kwam hij hierdoor niet in aanmerking voor de Naval Long Service and Good Conduct Medal. Zijn dossier geeft echter niet aan wat hij heeft gedaan wat een dergelijke drastische maatregel tot gevolg had.
Al tegen mei 1939 diende Donald aan boord van HMS Aurora in de rang van Signaller Boatswain. Dit was een Arethusa-Class light cruiser welke een van de nieuwere schepen van de Royal Navy was. Aurora diende bij de 2nd Cruiser Squadron ten tijde van de uitbraak van de Tweede Wereldoorlog, waarbij het de taak het om convooien te escorteren naar Scandinavië. Het nam tevens deel aan de jacht op de Duitse slagschepen Scharnhorst en Gneisenau. Vanaf oktober 1940 stond HMS Aurora onder het bevel van Captain William Gladstone Agnew.
Nadat de Geallieerde expeditie in Noorwegen een mislukking werd nam het schip deel aan de jacht op de Duitse Bismarck, en samen met HMS Kenya, wist het een van Bismarck's bevoorradingschepen tot zinken te brengen tussen Groenland en Canada. Hierna diende het schip als onderdeel van Force "K" met de Home Fleet in operaties naar Spitzbergen en Bear Island (Operation Gauntlet). Tijdens een van deze missies wist HMS Aurora samen met HMS Nigeria het Duitse escorteschip Bremse frontaal te rammen waarna het Duitse schip in tweeën splitse, en zonk. In juli 1941 werd Donald vernoemd in de London Gazette voor dapperheid in de voorafgaande periode en kreeg hij het embleem voor Mentioned in Despatches uitgereikt.
Hoewel niet precies duidelijk vanaf wanneer maar hierna werd Donald overgeplaatst naar de 1st Submarine Flotilla welke missies voer in het gebied van Gibraltar. Hier werkten de Engelsen samen met de Nederlandse Hr. Ms. O 24 en was het dat voor het torpederen van Duitse onderzeeërs Jan van Dulm en Otto de Booy met de DSO werden onderscheiden door Admiral Max Horton. In de periode ondernamen de onderzeeërs ook zeer gevaarlijke bevoorradingsmissies naar Malta. Hoe gevaarlijk werd duidelijk toen in begin 1942 twee onderzeeërs vernietigd werden door een Duitse luchtaanval, namelijk HMS Pandora (N42) en HMS Olympus (N35). Van de 98 bemanningsleden overleefden slechts 9 de aanvallen.
In juni 1942 werd Donald vervolgens wederom onderscheiden en werd hij door koning George VI benoemd tot Member in de Order of the British Empire (Military Division) als onderdeel van de Birthday Honours van dat jaar. Slechts 33 andere mannen der Royal Navy werden tijdens deze Birthday Honours door de koning onderscheiden.
Donald kreeg deze hoge eer vanwege zijn dapperheid en uitzonderlijke bijdrage in succesvolle operaties tegen de Duitse vloot terwijl hij toegewezen was aan de Staf van de Rear Admiral Commanding Destroyers van de Home Fleet: John Tovey, 1st Baron Tovey. In de tussenliggende periode was Donald dus wederom overgeplaatst. In oktober van datzelfde jaar werd hij nogmaals bevorderd: ditmaal tot Commissioned Signal Boatswain.
(in aanbouw)
In augustus 1944 werd Donald voor de derde maal voor dapperheid onderscheiden, ditmaal vanwege zijn dapperheid en bijdrage tijdens operaties tegen vijandelijke Japanse strijdkrachten te Sabang en Soerabaja. Voor dezelfde operatie kreeg de fameuze Lieutnant-Commander Alan Michael Tritton zijn Bar voor de Distinguished Service Cross. Hij werd wederom eervol in de London Gazette vermeld en kon een tweede Mentioned in Despatches aan zijn eervolle carriere voegen. Daar deze onderscheiding maar eenmalig als eikenblad gedragen kan worden op medaillelint, valt deze samen met de eerste Mentioned in Despatches. Interessant genoeg is de exacte voordracht voor de onderscheiding beschikbaar en bleek hij te dienen als trained Flagship signal staff onder het persoonlijke bevel van Vice-Admiral Bruce Fraser, 1st Baron Fraser of North Cape, welke Donald ook persoonlijk voordroeg voor een onderscheiding.
Aan boord van HMS Queen Elizabeth was door verschillende redenen een gebrek aan getrainde signalmen. Donald kreeg de taak uit verschillende andere locaties signalmen te vinden en wist deze in zeer korte tijd te trainen en vrijwel geheel dankzij zijn expertise, moed en daadkracht kon communicatie worden behouden met andere schepen tijdens aanvallen op Sabang en Soerabaja. De Vice-Admiral sluit af met: "Hij heeft een enorme dienst bewezen in de tijd dat hij bij mijn staf diende op mijn verschillende Flagships". Dat een Vice-Admiral een onderofficier persoonlijk voordraagt is erg ongebruikelijk waarmee geconcludeerd kan worden dat Donald extreem vakkundig was en dapper.
Voor zijn verdiensten tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Donald tevens onderscheiden met de 1939-1945 Star, Atlantic Star, Burma Star, War Medal en Defence Medal, welke ook allemaal onderdeel uitmaken van deze set. In oktober 1945 werd hij overgeplaatst naar een Shore Establisment waar zowel de Royal Navy Signals School als Combined Signals School gestationeerd was. Drie jaar later, in 1948, kreeg hij een officiers-commissie en werd hij benoemd tot Communication Lieutenant. Op dat moment diende hij op dezelfde Shore Establishment maar in de IIe Sectie, waar een experimentele sectie van een Signal School gesitueerd zat waar onder meer radartechnologie ontwikkeld en bestudeerd werd. In 1949 werd hij toegewezen aan HMS Victory, de wereldberoemde first-rate uit 1765. In verband met regels bij de Royal Navy moest iedereen toegewezen wordend aan een schip, wanneer men toegewezen werd aan HMS Victory was dat meer symbolisch of om de werkelijke plaatsing (in de directe omgeving) te censureren.
In 1951 is in de Royal Navy List nog steeds te zien dat Donald als Communication Lieutenant aan boord van HMS Victory dient en waarschijnlijk blijft hij deze positie ook bekleeden tot hij in 1952 met pensioen gaat, waarmee voor Donald een dienstperiode van meer dan 35 jaar en twee Wereldoorlogen ten einde komt. Hij woonde alleen en kwam uiteindelijk in een tehuis voor oud-militairen te wonen, en overleed in de herfst van 1969. Hij werd overleefd door een van zijn zussen.
Dit is zijn gehele 'medal-entitlement' waaraan niets ontbreekt en dus geheel compleet is. Na zijn pensionering heeft Donald waarschijnlijk zijn medailles ingelijst en zijn deze na zijn dood uit de lijst gehaald en verkocht. Hierdoor onbtreken sommige lintjes voor de onderscheidingen al is deze prachtige set bij de meeste Engelse specialisten correct op te maken voor enkele tientjes waardoor deze grote medailleset weer vol glorie tentoon te stellen is.
De medailles zijn allen in een goede conditie. De British War Medal, Victory Medal en Naval General Service Medal hebben allen de correcte overheidsgravering en zijn geen privé-aanmaken. De overige medailles hebben per overheidsregels géén gravering.
Alle informatie en onderscheidingen zijn bevestigd in overheidsdocumenten zoals zijn Royal Navy Service Record en London Gazette. In de laatste zijn ook vrijwel al zijn bevorderingen vermeld. Dit is een prachtige, complete medailleset van een man welke op latere leeftijd meermaals uitblonk voor dapperheid en zelfs door de koning werd onderscheiden. Deze grote, complete set bevat tevens erg veel archiefmateriaal (50 pagina's, digitaal bijgeleverd) en biedt veel potentie voor verder onderzoek.