Deze boeken zijn christelijk getinte jeugdromans over het leven van schipper Wessels en zijn jonge scheepsmaat Woeltje op een binnenvaartschip. Het verhaal volgt hun avonturen op de Nederlandse rivieren, waar zij te maken krijgen met gevaren, ontberingen en morele keuzes. Centraal staat het eenvoudige, harde maar ook kameraadschappelijke leven op het water, met nadruk op waarden als vertrouwen, doorzettingsvermogen en geloof in God.