De coco de mer (zeekokosnoot) is afkomstig van de palmboom met de grootste kokosnoten ter wereld. Hij is enkel te vinden op een paar Seychellen eilanden.

Lang was de herkomst onbekend. Er werd gedacht dat hij zou groeien aan bomen op de zeebodem. Totdat een Franse expeditie in 1768 de werkelijke groeiplaats ontdekten.

De wetenschappelijke naam 'Lodoicea Maldivica' is mogelijk ter ere van koning Louis XV van Frankrijk. Volgens andere bronnen is het een verwijzing naar 'Laodice'. De dochter van 'Priamus', de laatste koning van Troje in de Griekse mythologie.

Vanwege de toch lichtelijk erotische vorm van de kokosnoot wordt ook de naam 'Lodoicea callipyge' gebruikt. In het Oudgrieks staat dit voor mooi achterwerk.

Al sinds de 16e eeuw is de coco de mer een waardevol verzamelobject onder Europese edelen. Hedendaags mag hij niet meer zomaar worden uitgevoerd vanaf de Seychellen en staat hij op de rode lijst, omschreven als bedreigd en zeldzaam.

Afmetingen (staand): breedte: 31 cm x hoogte 27 cm x diepte: 19 cm.
Gewicht: 1155 g.