In de 19e eeuw hadden veel huizen van rijke mensen in Engeland en Frankrijk een salon met daarin een ronde tafel als bewijs van rijkdom en sociale status. Vaak lag er een rijkversierde bijbel op samen met optische noviteiten zoals een caleidoscoop, graphoscoop of stereographoscoop. Een graphoscoop is feitelijk een groot vergrootglas, waarmee details van foto’s bekeken kunnen worden. Veel graphoscopen werden ook gecombineerd met een stereoscoop; de stereographoscoop. Dit is een Britse uitvinding waar in 1864 patent op wordt gevraagd door Charles John Rowsell.
De stereographoscoop heeft 3 lenzen; één grote lens die als vergrootglas werkt voor het bekijken van foto’s en 2 kleine lenzen voor het bekijken van stereofoto’s. Bij een stereographoscoop kunnen de lenzen niet scherpgesteld worden, alleen door het schuiven van de foto wordt het beeld scherpgesteld. Het kenmerk van de graphoscoop is de mogelijkheid om het apparaat volledig in te klappen tot een houten doos.
Mooi detail is nog de sticker van "Boek-Muziek en Kunsthandel Blankenberg & Co" uit Leiden.
Tekst van de uitleg is afkomstig van Freds Fotografica.