Rudolf Steiner, diverse boeken

--- Vorm en beweging, Rudolf Steiner. Architectuur, beeldhouwkunst, euritmie.
Als kunstenaar zocht Steiner naar uitdrukkingsmiddelen die rechtstreeks een gevoel voor de werkelijkheid van de geest kunnen oproepen.
Met Paul Klee zegt Steiner dus: 'Kunst geeft niet het zichtbare weer, kunst maakt het onzichtbare zichtbaar.'
Het 1e deel van ‘Vorm en beweging’ is gewijd aan architectuur en beeldhouwkunst.
In een rondleiding door het beroemde Eerste Goetheanum licht Steiner zijn ideeën en experimenten op deze gebieden toe.
In voordrachten en artikelen komen verder de geschiedenis van het Goetheanum, de activiteiten die erin plaatsvonden en de bouwprincipes van het Tweede Goetheanum ter sprake.
Een aparte voordracht is geheel aan de beeldhouwkunst gewijd.
Het 2e deel bevat voordrachten over euritmie, waarbij Steiner ingaat op het ontstaan en de karakteristieken van woord- en tooneuritmie.
Ook specifieke onderwerpen als majeur en mineur, intervallen, het driedelig lopen en het alfabet komen aan bod.
Het nawoord is een interview van Nard Besseling met architect Pieter van der Ree, euritmietherapeut Roel Munniks en beeldend kunstenaar Martien Ockeloen.
Op een levendige manier komt daarin de rol van de kunst in de antroposofie ter sprake en de wijze waarop architectuur, beeldhouwkunst en euritmie zich na Steiner verder hebben ontwikkeld.
Vertaling van voordrachten, artikelen en toespraken afkomstig uit verschillende delen van de Gesamt Ausgabe.
Met 6 pagina's afbeeldingen in kleur in het hart van het boek.
Vertaald door Lenie Reedijk. Met een nawoord van Roel Munniks, Martien Ockeloen, Pieter van de Ree en Nard Besseling.
Als nieuw. Hardcover met omslag. ISBN: 9789060385425. Vrij Geestesleven 2003.

--- Karmaonderzoek 2, Rudolf Steiner. 'De mens van de nieuwe tijd (die met de Renaissance begonnen is) ontwikkelt een gebied in zijn ziel waarin hij vrij wil zijn van welke invloed van buiten dan ook.
Dit nieuwe gebied kan zich alleen ontwikkelen op basis van een proces van afzondering, van zelfstandig worden, van individualisering.
Onze tijd lijdt onder de antisociale kant van deze individualisering.
De mens moet daarom een tegenkracht ontwikkelen: die van een eerlijke interesse in de ander.
Echte belangstelling is echter zelden iets dat je zo maar hebt.
Dat moet ontwikkeld worden, bewust geoefend worden.'
‘'Met de hier besproken "karmaoefening" kunnen we in alle stilte voor onszelf werken”.
Het is echter ook mogelijk in groepen de voorbereidende stappen of zelfs de hele oefening te doen, vooral om elkaar te helpen opmerkzaam te worden op de verschillende lagen in de mens die voor het karma van belang zijn.
We hebben onderscheid gemaakt tussen de meer lichamelijke (of constitutionele) laag, de laag van de ontmoeting met de wereld en tenslotte de laag van de diepere intenties en impulsen.
De deelnemers kunnen elkaar helpen de verschillende factoren in deze lagen te herkennen, te onderscheiden, uit te diepen en eventueel zelfs mogelijke interpretaties te geven.
Dit alles vereist echter een zorgvuldige hantering van het proces en een adequate kennis van zaken.'
In dit tweede deel van de voordrachten over zijn karmaonderzoek gaat Steiner door op de weg die hij in het eerste deel insloeg.
In de voordrachten in dit deel zijn een aantal thema's te onderscheiden.
Om te beginnen laat Steiner aan de hand van de levens van enkele historische persoonlijkheden zien welke relatie er bestaat tussen persoonlijk karma en groepskarma, of anders gezegd: tussen de individuele mens en de geschiedenis.
Daarbij komen de levens ter sprake van enerzijds Haroen al-Rasjid en zijn raadgever, en anderzijds hun incarnaties als Francis Bacon en Comenius.
Ook kijkt Steiner naar de levens van mensen als Pestalozzi, Tacitus, Plinius, Ralph Waldo Emerson, Hölderlin, Hamerling en Hendrik Ibsen.
Bovendien geeft hij aanwijzingen voor de methode van karmaonderzoek: dit doet hij in de vorm van oefeningen die iedereen kan doen.
Deze oefeningen geven inzicht in het eigen karma door het leren 'lezen' van je eigen gestalte, houding en gebaren.
Tenslotte bespreekt Steiner thema's als de morele kant van de karmische ontwikkeling, de individuele verwerking van onze levenservaringen in het leven na de dood, en het vormen van een nieuwe levenslijn.
Dat nieuwe levenslot komt tot stand in samenwerking met hiërarchische wezens en andere mensen.
In zijn nawoord geeft Jelle van der Meulen een algemene inleiding op het begrip 'karma' zoals Steiner dat hanteert.
Ate Koopmans gaat dieper in op een van Steiners oefeningen om zelf op het spoor te komen van je eigen levensmotieven.
Hardcover met stofomslag. Als nieuw. Uit de reeks Werken en Voordrachten. GA 236. ISBN 9060385233. Vrij Geestesleven, 1997.

--- Mysteriedrama’s I. Rudolf Steiner. De poort van de inwijding. De beproeving van de ziel.
Dit boek bevat de twee eerste mysteriedrama’s van de vier die Steiner schreef.
1-De poort van de inwijding (initiatie) Een Rozenkruisersmysterie.
2-De beproeving van de ziel. Een levensbeeld in taferelen. Als naspel van De poort van de inwijding.
De vier drama’s laten de lotgevallen zien van een groep mensen die een ingrijpende ontwikkeling doormaken.
Deze mensen hebben elkaar leren kennen in een spirituele beweging waarvan Benedictus de leraar is.
Elk van de personages heeft een eigen verhouding tot de spirituele leer van de beweging en tot Benedictus.
De handeling krijgt een esoterische verdieping doordat reïncarnatie en karma concreet worden toegepast en doordat niet alleen de uiterlijke handelingen worden gedramatiseerd, maar ook innerlijke ervaringen en ontwikkelingen, en bovenzinnelijke belevenissen.
Bovendien worden ook sommige geestelijke wezens op het toneel getoond, mèt hun werking op de personages van het drama.
Steiner benadrukte dat de mysteriedrama’s niet bedoeld zijn als artistieke verpakking van antroposofische ideeën.
Het gaat om concrete personages die worstelen met hun lot.
Dit lot krijgt een spirituele dimensie doordat op toneel getoond wordt wat mensen tussen twee levens in in de geestelijke wereld doormaken en op welke manier vorige levens doorwerken in latere.
In hun nawoord gaan Jelle van der Meulen en Cornelia Rens-Portielje in op de boeiende ontstaansgeschiedenis van de drama’s.
Vertaald door Wijnand Mees en Cornelia Rens-Portielje.
Met een nawoord van Jelle van der Meulen en Cornelia Rens-Portielje.
Bij elk drama een afbeelding in kleur van het zegel dat Steiner voor dat drama ontwierp.
Uit de reeks Werken en voordrachten. Vertaling van GA 14 .
Hardcover. Gebonden in bruin linnen. ISBN: 9060385098.
Vrij Geestesleven 1993.

--- Mysterien-dramen, Rudolf Steiner. Vier Mysteriendramen.
1-Die Pforte der Einweihung. Ein Rosenkreuzermysterien.
-Die Prufung der Seele. Szenisches Lebensbild als nachspiel .
-Der Huter der Schwelle. Seelenvorgange in szenischen bildern.
-Dr Seelen Erwachen. Seelischeund geistige vorgange in szenischen bildern.
Hardcover met grijze omslag. In goede staat. Een paar bladzijden met opmerkingen in de marge, geschreven met potlood.
Duitstalig. Bibliographie nr. 14. 530 Bladzijden op dun papier.
Rudolf Steiner Gesamtausgabe schriften. ISBN: 3727401400. Rudolf Steiner Verlag, 1981

--- Het evangelie naar Mattheüs, Rudolf Steiner. Esoterische achtergronden.
Het Mattheüsevangelie begint met de afstamming van Jezus van Nazareth.
In de stamboom van 42 generaties komen Abraham, David en Salomo voor.
Verder vertelt het over de aanbidding door de drie 'wijzen', de vlucht naar Egypte, de doop in de Jordaan en de verzoekingen in de woestijn.
Het bevat ook de Bergrede met de zaligsprekingen en het Onzevader.
Het evangelie eindigt met het verhaal van lijden, sterven en opstanding van Jezus Christus.
Steiner schetst de culturele en geestelijke stromingen waarin de geboorte van Jezus werd voorbereid.
De geschiedenis van het joodse volk en de figuur van Abraham spelen daarbij een rol, evenals de Egyptische cultuur en de Essenen.
Het evangelie van Mattheüs geeft een andere afstammingslijn van Jezus dan het Lucasevangelie.
Volgens Steiner beschrijven deze evangeliën dan ook twee kinderen die later samensmelten.
Mattheüs beschrijft het Jezuskind dat via koning Salomo van David afstamt.
In hem incarneert een hoogontwikkelde individualiteit die veel incarnaties had doorgemaakt: de Perzische wijze Zarathoestra, de verkondiger van de Lichtgod.
Steiner vertelt hoe deze Zarathoestra-individualiteit op 12-jarige leeftijd zijn lichaam verlaat en 'inwoning' vindt in het lichaam van het andere Jezuskind, dat van Davids zoon Nathan afstamt.
Als Jezus 30 jaar is, is zijn lichaam zo gelouterd dat hij in staat is bij de doop in de Jordaan de lichtkracht van Christus te ontvangen.
De filosofe en iranologe Christine Gruwez gaat in haar nawoord in op Zarathoestra en zijn rol in de geschiedenis.
Zarathoestra stelde als eerste de strijd tussen goed en kwaad aan de orde, een strijd die om een menselijk antwoord vraagt.
Het evangelie naar Mattheüs laat zien wat dit menselijke is, wat menselijke waardigheid inhoudt.
Vertaling van Das Matthäeusevangelium (GA 123). Vertaald door Rudy Hansen en Arie Boogert. Met een nawoord van Christine Gruwez.
12 Voordrachten, gehouden in september 1910 in Bern.
Uit de reeks Werken en voordrachten. Vertaling van GA 123 .
Hardcover, gebonden in rood linnen. In goede staat maar met dunne onderstrepingen met potlood. ISBN: 9060385438. Vrij Geestesleven, 2003.

--- Pinksteren, het feest van de vrije individualiteit, Rudolf Steiner.
De pinkstergedachte als gevoelsgrondslag om het karma te leren begrijpen.
Inhoud:
-Pinksteren als gezamenlijk streven van de zielen en het werken aan de vergeestelijking van de wereld.
Voordrachten gehouden op 7 en 9 juni 1908 in Keulen. GA 98.
-Pinksteren, het feest van de vrije individualiteit.
Voordracht gehouden in Hamburg op 15 mei 1910. GA 118.
In 'Pinksteren, het feest van de vrije individualiteit’ betoogt Steiner dat de Heilige Geest in elk mens afzonderlijk werkt en de ontwikkeling naar vrijheid mogelijk maakt.
Hij gaat in op de Christusimpuls, vrijheid en reïncarnatie, het samenvloeien van christendom en boeddhisme, en het verschijnen van Christus in het etherische.
In 'Het pinksterfeest als gezamenlijk streven van de zielen en het werken aan de vergeestelijking van de wereld' gaat Steiner in op het verschijnsel 'groepsziel'.
Dieren hebben een groepsziel, de mens heeft zich door zijn individuele ontwikkeling uit het groepszieleverband losgemaakt, en moet zich zo ontwikkelen dat hij zich vrijwillig aansluit bij andere mensen.
Door harmonieuze verbondenheid tussen individuele mensen kan een hogere, door geestelijke wezens geleide menselijke 'groepsziel' ontstaan.
Boek is nieuw. ISBN: 9789490455901. Pentagon, 2016.

--- Kerstspelen, Karl Julius Schröer, Rudolf Steiner,
Achtergrond en betekenis van de Kerstspelen uit Oberufer.
Het is al bijna honderd jaar een traditie: het opvoeren van de kerstspelen uit het Slowaakse Oberufer in vrijescholen, vele instituten en kerken.
Maar waarom brengen we deze oude spelen nog steeds op het toneel?
Wat is het geheim van deze middeleeuwse spelen voor moderne eenentwintigste-eeuwers?
Deze spelen zijn voor ons nog steeds van belang want de spelen dragen een verbindend algemeen religieus element in zich.
In dit boek geven verschillende auteurs een beeld van de achtergronden van de spelen.
1.Het boek begint met een inleiding van Rudolf Steiner.
Hij wijst op de onsentimentele, eerder puur morele inhoud van de spelen, die niets confessioneels heeft.
2. Een artikel uit 1858 van Karl Julius Schröer, die de spelen ontdekte, met een beschrijving van de speltraditie van de boeren in Oberufer.
3.Helmut Sembdner wijst in zijn bijdrage op de vernieuwingen die Rudolf Steiner doorvoerde bij de opvoeringen van de Kerstspeltraditie.
4. Erika Schulz gaat in haar bijdrage in op de geheimen van de koningen en de herders in de twee geboorteverhalen.
Iedere rol in deze kerstspelen blijkt een oerbeeld te bevatten.
5. Leopold van der Pals vertelt over de totstandkoming van de muziek die hij speciaal voor de spelen componeerde.
6. Wim Veltman geeft heel bruikbare aanwijzingen voor de opvoeringen en wijst op de vele symboliek in de spelen die je in de vorm en de dynamiek van de enscenering kunt opnemen.
De oerbeelden die door de personages tot uitdrukking komen, komen op die manier nog beter over het voetlicht.
Dit praktische en zeer informatieve boekje is goed te gebruiken als handleiding voor spelers en regisseurs, maar biedt ook voor de gewone genieter van de spelen veel achtergronden en dus inspiratiebronnen om de geheimen van deze spelen elk jaar weer opnieuw te gaan ontdekken.
Omslagtekening en illustraties in zw/w van Hans-Dieter Appenrodt.
In goede staat. ISBN: 9060381246. Vrij Geestesleven, Pb. 1979--- Raadsels van het menselijk temperament, Rudolf Steiner. Ontvankelijk zijn voor het niet zintuigelijk waarneembare kan openbaren wat het leven betekent.
In zijn inleiding geeft Christof Wiechert een kort overzicht van verschillende psychologische karakteriseringen, die nauw verwant zijn met Steiners temperamentenleer.
Zo zijn er Engelse, Franse en Duitse geleerden geweest (Sheldon, Halle en Kretschmer en Conrad) die met karakterologische beschrijvingen komen, waarbij je b.v. het cholerische en flegmatische type herkent.
In dit boekje, dat is samengesteld uit verschillende voordrachten van Steiner, geeft Steiner inzichten een aanwijzingen voor het omgaan met de temperamenten, zowel bij kinderen als volwassenen.
Steiner onderscheidt het sanguinische type (samenhangend met het bloed), het flegmatische (slijm), het cholerische (gele gal) en het melancholische type (zwarte gal).
Aan bod komen de volgende onderwerpen:
-erfelijkheid en individualiteit,
-het ontstaan van het temperament,
-de vierledige mens,
-de vier temperamenten in relatie met de vier wezensdelen,
-de mens tussen het eeuwige en het vergankelijke,
-verschijningsvormen van de vier temperamenten, omgang met de temperamenten,
-zelfopvoeding in verband met de temperamenten.
Steiners beschrijving van de vier temperamenten is van groot belang voor de opvoeding en om tot zelfkennis te komen.
In dit boek behandeld Steiner de vraag wat een temperament eigenlijk is en hoe het ontstaat, bovendien geeft hij aanwijzingen hoe je met je eigen temperament en dat van anderen kunt leren omgaan.
In drie voordrachten uit 1908-09 belicht Rudolf Steiner (1861-1925) zijn antroposofische mensopvattingen en zijn vierledige temperamentsleer, die daarop gebaseerd is.
De derde voordracht geeft hiervan de consequenties op het terrein van de opvoeding.
Het boekje is door zijn helderheid beslist geschikt is om met enkele essentiële opvattingen van Steiner kennis te maken.
Vertaling en inleiding van Christof Wiechert .
In een goede staat, onderstrepingen met potlood. ISBN: 9060380541. Vrij Geestesleven, Pb. 1981.

--- Het feest van Michael, Rudolf Steiner. Drie voordrachten over de Michael-tijd. (GA 224 en GA 229).
De vier jaargetijden kennen elk een eigen feest.
Twee daarvan zijn algemeen bekend: het Kerstfeest in de winter en Pasen in de lente.
In vele landen kent men in de zomer het Johannes- of midzomerfeest.
Onbekend is echter doorgaans het feest van de herfst: het feest van de aartsengel Michaël.
Rudolf Steiner introduceert dit feest als iets dat van groot belang is voor het huidige tijdperk.
Het bekende beeld van Michaël die de draak verslaat bevat een grote actualiteit.
Het is een beeld voor de geestesstrijd die zich weliswaar vaak verborgen, maar toch uiterst reëel in onze cultuur afspeelt.
Met name de ontwikkelingen aan het eind van deze eeuw, door Steiner voorzien en nu al waarneembaar, vragen van ieder van ons een grote innerlijke moed en een helder inzicht.
Het vieren van het Michaëlfeest kan ons elk jaar weer helpen, die zo nodige moed en wakkerheid ook werkelijk te ontwikkelen.
Dat het daarbij op meer aankomt dan op het 'opwarmen' van folkloristische gebruiken en oude tradities maakt Steiner in deze voordrachten volkomen duidelijk.
Deze bundel bevat 3 voordrachten over het feest van Michaël.
1. Het scheppen van een Michaëlsfeest vanuit de geest.
Geheimen van de innerlijke mens.
In deze voordracht noemt Steiner het feest van Michaël een feest voor de toekomst.
Het winterfeest Kerstmis en het lentefeest Pasen zijn bekende christelijke feesten.
In bv. de Scandinavische landen wordt in de zomer ook het SintJansfeest gevierd.
Maar het Michaëlsfeest als feest van de herfst bestaat nog niet.
Feesten die met de seizoenen verbonden zijn, zijn ontstaan doordat de mensen in het verleden het leven van de aarde meebeleefden.
Daarom kennen deze feesten ook een rijkdom aan tradities die door de eeuwen heen werden opgebouwd.
In onze tijd gaat het erom dat we de geestelijke realiteit van de feesten beleven.
We kunnen beleven dat met Pasen werd een godheid mens werd, door de dood ging om uit de dood te verrijzen.
Het Michaëlsfeest kan ontstaan als we aan het begin van de herfst beleven dat we bij leven dood en opstanding kunnen doorstaan en dus op de juiste manier kunnen sterven.
2. Door de Christusimpuls terug naar de oorsprong van de taal.
De Michaelsgedachte als oproep aan de menselijke wil.
Steiner wijst op de lange ontwikkelingsgeschiedenis van onze taal.
Onder invloed van de aartsengelen ontwikkelde de mens taal, en beleefde hij zijn denken, voelen en willen tot in de woordvorming.
Wij kennen taal alleen als ‘gedachtentaal’, het geestelijke is eruit verdwenen.
Maar als we de Christusimpuls in onze harten opnemen, kunnen de aartsengelen onze taal weer met geest vervullen.
In de herfst sterft alles af.
Als we de geest in onszelf tot leven voelen komen, bevrijd uit de stervende materie, dan kan Michaël onze taal met wilsimpulsen vervullen.
3. De imaginatie van Michaël. Geestelijke mijlpalen in de loop van het jaar.
Steiner schetst in imaginatieve beelden de processen die zich in de herfst in de aarde voordoen.
De strijd van Michaël met Ahriman – de strijd tegen de draak – zien we terug in de zwavel- en ijzerprocessen van de herfst.
Deze processen spelen zich ook af in het bloed van de mens.
Het is van belang dat we ons bewust gaan worden van deze onbewuste-fysieke processen.
In goede staat. ISBN: 906038198X. Vrij Geestesleven, Pb. 1984

--- Het geweten / waarheidsliefde, Rudolf Steiner. Twee voordrachten, gehouden op 2 mei 1910 te Berlijn en op 25 juli 1923 te Dornach, aangevuld met enkele fragmenten.
GA. Nr. 116 en nr. 350.
Het geweten blijft ons bezighouden: 'gewetenloze' handelingen van anderen, of de stem van ons eigen geweten.
Is geweten een kwestie van opvoeding aangeleerd?
Stamt het geweten vanuit diepere lagen van ons lichaam?
Wat is de werkelijke betekenis van het geweten voor de mens?
Waar komt het woord 'geweten' vandaan?
Rudolf Steiner schetst wat dit raadselachtige geweten eigenlijk is, waar het vandaan komt, hoe het innerlijk in de mens is verankerd en hoe de kerken ermee omgegaan zijn.
Waar in het oosten de liefde staat, bevindt zich in het westen het geweten: 'het kostbaarste dat we in ons innerlijk hebben', aldus Steiner.
Boek is als nieuw. ISBN: 9789072052940. Pentagon, Pb. 2009.

--- Grondslagen van de antroposofie, Rudolf Steiner. Een inleiding in de antroposofische wereldbeschouwing, nader uitgewerkt.
Negen voordrachten gehouden in Dornach voor leden van de Antroposofische Vereniging van 19 januari – 10 februari 1924.
Tekeningen naar bordschetsen uitgevoerd door Assia Turgenieff.
Vertaling van GA 234
Oorspronkelijke titel: Anthroposophie, Eine Einführung in die anthroposophische Weltanschauung).
Op de snee verkleurd, vlekje op voorkant. Binnenkant prima.
ISBN: 9060380924. Vrij Geestesleven, Pb. 1978.

--- Theosofie, Rudolf Steiner. Inleiding tot de bovenzintuiglijke kennis van de wereld en van de bestemming van de mens.
Over de wetenschap van het bovenzinnelijke en het wezen van de mens. Inleiding tot de bovenzintuiglijke kennis van de wereld en van de bestemming van de mens.
In het boek 'Theosofie’ behandelt Steiner een fundamentele vraag die in het Westen al eeuwen tot twisten leidt – zelfs nog niet zo lang geleden naar aanleiding van het boek 'Zijn wij ons brein?' van Dick Schwaab.
Die vraag luidt: bestaat ons denken alleen uit hersenprocessen of is het ook verbonden met niet-materiële aspecten?
Ofwel: is de mens meer dan zijn lichaam of niet?
Om aan te tonen dat het wezen van de mens geestelijke aspecten kent, geeft Steiner een complete beschrijving van het mens- en wereldbeeld waarop de antroposofie berust.
Hij laat zien dat de mens contact heeft met de wereld om hem heen via zijn lichaam, via zijn ziel en via zijn geest.
Hij ontwikkelt in dit boek, dat een van zijn basiswerken is, vergaande gedachten over reïncarnatie en karma en schetst een breed panorama van de geestelijke wereld en het leven na de dood.
Daarbij gaat hij systematisch te werk: met de uiterste nauwkeurigheid beschrijft hij de fenomenen waar hij over spreekt, zodat i eder gezond denkend mens hem kan volgen. Steiner beroept zich bij zijn beschrijvingen niet op overlevering, maar op zijn eigen geesteswetenschappelijk onderzoek.
De methode die hij toepast, licht hij uitvoerig toe.
Aan het slot va geeft hij concrete oefeningen voor een weg die tot eigen bovenzinnelijke ervaringen kan leiden.
Dat maakt 'Theosofie' naast een studieboek ook een werkboek.
Vertaling: H.G.J. de Leeuw. GA 284 / 285
In een goede staat. Roestvlekjes en verkleurd op de snee. ISBN: 9060380037. Vrij Geestesleven, Pb. 1983.

--- Christelijk opstandingsmysterie en de voorchristelijke mysteriën, Rudolf Steiner. Oude mysteriën als voorbereiders van het Christelijke opstandingsmysterie.
De historische rol van het christendom en de historische betekenis van Christus nemen in het werk van Rudolf Steiner een centrale plaats in.
In dit boek uit 1902 (het zijn dus geen voordrachten) beschrijft Steiner voor het eerst hoe volgens hem leven, dood en opstanding van Christus te begrijpen zijn.
Steiner plaatste de historische gebeurtenissen uit Palestina in het kader van de zogeheten oude mysteriën die vóór de komst van het christendom overal in de antieke wereld bestonden.
Leerlingen werden in deze mysteriën ingewijd om een innerlijke transformatie door te maken en priester, ziener of genezer te worden.
Christus was van deze oude mysteriën en hun inwijdingen op de hoogte.
Hij stond wat dat betreft in een traditie.
Maar rond het begin van de jaartelling waren de oude mysterietradities in verval geraakt.
De leer die Christus bracht en die in de plaats kwam van de oude inwijdingen, verbond voor het eerst geen bijzondere voorwaarden aan een inwijding.
De verbinding met de goddelijke wereld werd zo voor ieder mens toegankelijk. Steiner beschrijft de voorchristelijke mysteriën als voorstadia van wat door Christus een nieuwe vorm van mysteriewijsheid en scholing wordt.
Thema’s die in dit boek aan bod komen:
-De Griekse filosofen vóór en na Plato;
-Plato als mysticus;
-De Egyptische mysteriën;
-Mysteriewijsheid en mythe;
-De evangeliën;
-Het opwekkingsverhaal van Lazarus;
-De Openbaring van Johannes,
-De gemeenschap van de Essenen als historische schakel;
-Jezus en zijn historische achtergrond;
-Christendom en mysteriewijsheid;
-Augustinus en de kerk.
Naast Steiners klassiekers over moderne ontwikkelingswegen tot hoger bewustzijn is dit boek een must voor iedereen, die belangstelling heeft voor de diepere historische achtergronden van de mystiek.
Steiner geeft een raamwerk voor het (filosofisch) begrijpen van het fenomeen mystiek en toont hierbinnen de doorgaande dynamiek van de oude Egyptenaren, via de klassieke Griekse wijsgeren doorheen de Evangeliën tot in de Apocalyps van Johannes.
Tenslotte laat Steiner zien, hoe deze stroom van de mystiek allengs meer in het verborgene komt te staan naast de vroeg-kerkelijke ontwikkelingen a la Augustinus.
Vertaling van GA 8: Das Christentum als mystische Tatsache und die Mysterien des Altertums.
Later verschenen in de reeks Werken en voordrachten onder de titel ‘De christelijke inwijding en de mysteriën van de oudheid’.
Vertaald door P. Henny-van Suchtelen en E. Menten-van Essen
In een goede staat. Naam op schutblad. ISBN: 906038024X. Vrij Geestesleven, Pb. 1975.

--- Goetheanum. Erste Klasse. Freie Hochschule fur Geisteswissenschaft. Allgemeine Anthroposophische sektion.
Erste Klasse. Orientierung.
Aufbau und Gliederung der Freien Hochschule fur Geisteswissenschaft. Aufnahmedingungen.
-Vortrag Rudolf Steiners vom 18. Januar 1924
-Vortrag Rudolf Steiners vom 20. Januar 1924
-Vortrag Rudolf Steiners vom 27. Januar 1924
-Vortrag Rudolf Steiners vom 30. Januar 1924
-Vortrag Rudolf Steiners vom 3. Februar 1924
-Die Freie Hochschule fur Geisteswissenschaft;
Nachrichtenblatt vom 10 Februar 1924.
Nachrichtenblatt vom 17 Februar 1924.
Nachrichtenblatt vom 24 Februar 1924.
Als nieuw. 96 Bladzijden. Manuskriptdruck der Freien Hochschule fur Geisteswissenschaft, Pb. 2002.

--- Goetheanum. Erste Klasse. Freie Hochschule fur Geisteswissenschaft. Allgemeine Anthroposophische sektion.
Erste Klasse. Aufnahmebedingungen.
Aufbau und Gliederung der Freien Hochschule fur Geisteswissenschaft.
Nachrichtenblatt vom 20 Februar 1924.
Die Bewerbung um die Aufnahme in die Erste Klasse.
Als nieuw. 15 Bladzijden.

--- Anthroposophische Leitsatze, Rudolf Steiner.
Das Michael-mysterium.
Der erkenntnisweg der Anthroposophie.
Rudolf Steiner Gesamtausgabe Schriften.
Bibliographie – Nr. 26.
In goede staat, opdracht op schutblad. Blauw linnen buitenkant.
ISBN: 3727402601. Rudolf Steiner Verlag, Pb. 1998.   

--- Rudolf Steiner, F. W. Zeylmans van Emmichhoven
Inhoud:
-Inleiding.
-Levensbeschrijving.
-De morgenschemerig van een geestelijk bewustzijn.
-De geboorte van het nieuwe mensbeeld.
-De opstanding der zielekrachten.
-De Vrije Hogeschool voor geesteswetenschap.
-Opmerkingen, noten, naam en zaakregister
Hardcover uitgave, in goede staat. Iets vergeeld. Stofomslag licht beschadigd.
Tweede herziene geïllustreerde druk. Uitgeversmaatschappij W. de Haan, 1960.

PER BOEK BIEDEN SVP