Psychoanalyse is vanaf het begin gezien als een Joodse aangelegenheid en altijd zijn psychoanalytici beducht geweest voor het gevaar dat zij in de positie van de Jood terecht zouden komen: die van buitenstaander.
Hans Reijzer onderzoekt in Het gevaar van de Joodse erfenis hoe psychoanalytici met die angst zijn omgegaan, zowel in het recente verleden als in het heden. Hij maakte daarvoor een tocht die hem leidde langs Wenen, Parijs, Amsterdam, Londen, Jeruzalem, Hamburg en Durban en stuitte daarbij op zowel compromitterende als verhelderende uitspraken, situaties en affaires. Verrassend is zijn conclusie, dat niet alleen binnen de gewone maar ook binnen de psychoanalytische wereld stereotypen over Joden meespelen in het maatschappelijk spel zodra zij daaraan deelnemen.