De kleine Thomas ligt al tijden in bed. Hij heeft iets aan zijn been waardoor hij waarschijnlijk nooit meer zal kunnen
lopen. Maar iedere avond als het begint te schemeren tikt een klein meneertje op het raam, meneer Rozenstaf. Hij neemt Thomas dwars door het raam mee naar Schemerland. Dat is een heel bijzonder land, waar Thomas
alles kan: een bus rijden, een tram besturen, ja zelfs vliegen. Maar kan dat eigenlijk wel? ‘Dat doet er niet toe,’ zegt meneer Rozenstaf, ‘Dat doet er niet toe in Schemerland.’