Een van de hoofdpersonen in De arkenbouwer is een oude bekende uit het werk van Chaim Potok: Davita Chandal, het kleine meisje uit Davita's harp. Davita is zeventien jaar en aankomend studente letterkunde. Als zomerbaantje geeft ze Engelse les.

Ze wordt hiertoe benaderd door een oude vrouw, de tante van een jonge Poolse vluchteling die de kampen van de Tweede Wereldoorlog overleefd heeft.
Aanvankelijk kan Davita maar moeilijk contact leggen met deze Noah Stemin; hun wederzijdse jeugdherinneringen staan diametraal tegeover elkaar. Kritisch gadegeslagen door tante, die maar niets moet hebben van vrijgevochten jonge meisjes, zet Davita echter door en weet uiteindelijk Noah over te halen zijn belevenissen te vertellen. Daarbij speelt haar kleine zusje Rachel een voorname rol, doordat zij en Noah wel met elkaar blijken te kunnen communiceren, namelijk via het onderling uitwisselen van tekeningen. Als jongetje in het kleine Kralov in Polen blijkt Noah zijn schilderstalent te hebben ontwikkeld bij Reb Binyomin, de plaatselijke arkenbouwer.

De arkenbouwer is tevens opgenomen in de tegelijkertijd te verschijnen trilogie Oude mannen om middernacht, waarin bovendien sterk bewerkte versies zijn opgenomen van de in Nederland al eerder verschenen novellen De hand van de golem (De oorlogsdokter) en De troop-leraar.