Stil€ 7,00
Botsende beschavingen
€ 10,00
Verzenden
360sinds 21 mar. '25, 20:14
Kenmerken
ConditieGelezen
OnderwerpMaatschappij en Samenleving
GebiedWereld
Jaar (oorspr.)1997
AuteurSamuel Huntington
Beschrijving
Naam, plaats en datum voorin
De ‘botsende beschavingen’ (Engels: Clash of Civilizations) is de theorie van de Amerikaanse politicoloog Samuel Huntington die zegt dat de culturele en religieuze identiteit van mensen de belangrijkste bron van conflicten wordt in de periode na de Koude Oorlog.
De theorie werd voor het eerst geformuleerd in 1993 in een artikel in Foreign Affairs, getiteld The Clash of Civilizations?, als reactie op Francis Fukuyama’s boek uit 1992: Het einde van de geschiedenis en de laatste mens. Huntington breidde later zijn these uit en gaf deze in 1996 als een boek uit: The Clash of Civilizations and the Remaking of World Order. De term zelf werd voor het eerst gebruikt door Bernard Lewis in een artikel in de uitgave van The Atlantic Monthly van september 1990. Dat artikel was getiteld: The Roots of Muslim Rage (De wortels van de woede van de moslims).
Huntington richtte zijn denken eerst op de diverse theorieën over de aard van de globale politiek in de periode na de Koude Oorlog. Sommige theoretici en schrijvers stelden dat de liberale democratie en de westerse waarden als enig ideologisch alternatief overgebleven waren voor naties in de periode na de Koude Oorlog. Zo was er bijvoorbeeld Francis Fukuyama, die betoogde dat de wereld het ‘einde van de geschiedenis’ bereikt had in de hegeliaanse zin. Huntington echter geloofde dat, hoewel het tijdperk van de ideologie beëindigd was, de wereld teruggekeerd was naar een ‘normale stand van zaken’, die gekarakteriseerd wordt door culturele conflicten. Hij stelde dat conflicten in de toekomst vooral cultureel en religieus van aard zouden zijn. Verder poneert hij dat het concept van verschillende beschavingen, als de hoogste graad van culturele identiteit, steeds nuttiger zal worden om de kans op een conflict in te schatten. In het ‘Foreign Affairs’-artikel van 1993 schreef Huntington het volgende:
Het is mijn stelling dat de fundamentele bron van conflicten in deze nieuwe wereld niet in de eerste plaats ideologisch of in de eerste plaats economisch zal zijn. De grote scheidslijnen tussen mensen en de overheersende bron van conflicten zullen cultureel van aard zijn. Natiestaten zullen de toon blijven aangeven op het wereldtoneel, maar de voornaamste conflicten in de wereldpolitiek zullen zich voordoen tussen naties en groepen van verschillende beschavingen. De botsing der beschavingen zal de wereldpolitiek overheersen. De breuklijnen tussen beschavingen zullen de gevechtslinies van de toekomst zijn.
Huntington lijkt dus tot de primordialisten te behoren, wat wil zeggen dat hij gelooft dat cultureel bepaalde groepen zeer oud en een natuurlijk fenomeen zijn, terwijl hij in zijn vroege werk eerder een structureel functionalist leek te zijn. Zijn visie dat natiestaten de machtigste spelers op wereldvlak zullen blijven, stemt weer meer overeen met realisme. In zijn waarschuwing dat de westerse beschaving mogelijk ten onder zal gaan klinken Arnold J. Toynbee en Oswald Spengler door.
De definitie, naamgeving en zelfs het aantal beschavingen zijn ietwat dubbelzinnig in de werken van Huntington. Zijn ‘beschavingen’ kunnen bestaan uit staten maar ook uit sociale groepen (zoals etnische en religieuze minderheden). De belangrijkste religie in een gebied lijkt het hoofdcriterium te zijn bij zijn classificatie, maar in sommige gevallen zijn geografische nabijheid en taalverbanden ook belangrijk. Aan de hand van verscheidene studies van de geschiedenis verdeelde Huntington in zijn thesis de wereld als volgt in 'hoofdbeschavingen' ('major civilizations'):
Huntington stelt dat de tendensen naar een wereldwijd conflict na de Koude Oorlog steeds meer samenvallen met de grenzen tussen deze verschillende culturen; oorlogen zoals die waarmee de verdeling van Joegoslavië gepaard ging, die in Tsjetsjenië en die tussen Pakistan en India werden al aangevoerd als bewijs van intercultureel conflict, doch de strijd tegen terrorisme (Engels: ‘War on Terror(ism)’) wordt beschouwd als de grootste praktische manifestatie van de botsende beschavingen.
Huntington wijst er ook op dat de in het Westen wijdverbreide idee dat de westerse waarden en politieke systemen universeel zijn, naïef is en dat het voortdurend aansporen tot democratisering en overname van zulke ‘universele’ normen door andere beschavingen alleen maar meer vijandigheid oproept. Huntington ziet het Westen als onwillig dit te aanvaarden omdat het het internationale systeem opgebouwd heeft, de wetten ervan geschreven heeft en het belichaamd heeft in de vorm van de Verenigde Naties. Huntington stelt een grote verschuiving van economische, militaire en politieke macht van het Westen naar de andere beschavingen van de wereld vast, voornamelijk naar de twee ‘uitdagerbeschavingen’ (‘challenger civilizations’): de Oost-Aziatische en de islamitische.
Volgens Huntington doet de Oost-Aziatische beschaving zichzelf en haar waarden cultureel steeds meer gelden in relatie tot het Westen, wat toe te schrijven is aan de snelle economische groei van China. In het bijzonder gelooft hij dat het China’s doel is zichzelf opnieuw te profileren als leidinggevende mogendheid in de regio en dat andere landen in de regio China zullen bijvallen, vanuit de traditie van hiërarchische bevelstructuren die geworteld zijn in de confucianistische Oost-Aziatische beschaving en die trouwens in schril contrast staan met de individualistische en pluralistische waarden van het Westen. Met andere woorden: regionale machten zoals Noord-Korea, Zuid-Korea en Vietnam zullen zich eerder schikken naar Chinese eisen en China steeds meer steunen dan proberen zich ertegen te verzetten. Daarom meent Huntington dat de opkomst van China een van de gewichtigste problemen en op de lange termijn de machtigste bedreiging vormt voor het Westen. De Chinese culturele profilering botst immers met het Amerikaanse verlangen dat er geen regionale hegemonie zou zijn in Oost-Azië.
Huntington stelt dat de islamitische beschaving een enorme bevolkingsexplosie gekend heeft – en nog steeds kent –, die de instabiliteit bevordert van zowel de grenzen van de islamitische beschaving als haar binnenland, waar fundamentalistische bewegingen steeds populairder worden. Manifestaties van wat hij de ‘Islamitische Heropleving’ (‘Islamic Resurgence’) noemt, zijn onder andere de Iraanse Revolutie in 1979, de strijd tegen terrorisme en de enorm wijdverbreide islamitische oppositie tegen de Verenigde Staten tijdens de Golfoorlog en de Irakoorlog, ondanks de algemeen bekende aard van het regime van Sadam Hoessein.
Zie verder Wikipedia
Boek is 3,8 cm dik
PostNL pak € 5,95
De ‘botsende beschavingen’ (Engels: Clash of Civilizations) is de theorie van de Amerikaanse politicoloog Samuel Huntington die zegt dat de culturele en religieuze identiteit van mensen de belangrijkste bron van conflicten wordt in de periode na de Koude Oorlog.
De theorie werd voor het eerst geformuleerd in 1993 in een artikel in Foreign Affairs, getiteld The Clash of Civilizations?, als reactie op Francis Fukuyama’s boek uit 1992: Het einde van de geschiedenis en de laatste mens. Huntington breidde later zijn these uit en gaf deze in 1996 als een boek uit: The Clash of Civilizations and the Remaking of World Order. De term zelf werd voor het eerst gebruikt door Bernard Lewis in een artikel in de uitgave van The Atlantic Monthly van september 1990. Dat artikel was getiteld: The Roots of Muslim Rage (De wortels van de woede van de moslims).
Huntington richtte zijn denken eerst op de diverse theorieën over de aard van de globale politiek in de periode na de Koude Oorlog. Sommige theoretici en schrijvers stelden dat de liberale democratie en de westerse waarden als enig ideologisch alternatief overgebleven waren voor naties in de periode na de Koude Oorlog. Zo was er bijvoorbeeld Francis Fukuyama, die betoogde dat de wereld het ‘einde van de geschiedenis’ bereikt had in de hegeliaanse zin. Huntington echter geloofde dat, hoewel het tijdperk van de ideologie beëindigd was, de wereld teruggekeerd was naar een ‘normale stand van zaken’, die gekarakteriseerd wordt door culturele conflicten. Hij stelde dat conflicten in de toekomst vooral cultureel en religieus van aard zouden zijn. Verder poneert hij dat het concept van verschillende beschavingen, als de hoogste graad van culturele identiteit, steeds nuttiger zal worden om de kans op een conflict in te schatten. In het ‘Foreign Affairs’-artikel van 1993 schreef Huntington het volgende:
Het is mijn stelling dat de fundamentele bron van conflicten in deze nieuwe wereld niet in de eerste plaats ideologisch of in de eerste plaats economisch zal zijn. De grote scheidslijnen tussen mensen en de overheersende bron van conflicten zullen cultureel van aard zijn. Natiestaten zullen de toon blijven aangeven op het wereldtoneel, maar de voornaamste conflicten in de wereldpolitiek zullen zich voordoen tussen naties en groepen van verschillende beschavingen. De botsing der beschavingen zal de wereldpolitiek overheersen. De breuklijnen tussen beschavingen zullen de gevechtslinies van de toekomst zijn.
Huntington lijkt dus tot de primordialisten te behoren, wat wil zeggen dat hij gelooft dat cultureel bepaalde groepen zeer oud en een natuurlijk fenomeen zijn, terwijl hij in zijn vroege werk eerder een structureel functionalist leek te zijn. Zijn visie dat natiestaten de machtigste spelers op wereldvlak zullen blijven, stemt weer meer overeen met realisme. In zijn waarschuwing dat de westerse beschaving mogelijk ten onder zal gaan klinken Arnold J. Toynbee en Oswald Spengler door.
De definitie, naamgeving en zelfs het aantal beschavingen zijn ietwat dubbelzinnig in de werken van Huntington. Zijn ‘beschavingen’ kunnen bestaan uit staten maar ook uit sociale groepen (zoals etnische en religieuze minderheden). De belangrijkste religie in een gebied lijkt het hoofdcriterium te zijn bij zijn classificatie, maar in sommige gevallen zijn geografische nabijheid en taalverbanden ook belangrijk. Aan de hand van verscheidene studies van de geschiedenis verdeelde Huntington in zijn thesis de wereld als volgt in 'hoofdbeschavingen' ('major civilizations'):
- De westerse beschaving, gecentreerd in West-Europa (voornamelijk de Europese Unie) en Noord-Amerika, maar ook andere landen die geworteld zijn in de Europese cultuur zoals Australië en Nieuw-Zeeland. Huntington rekent ook de eilanden in de Stille Oceaan, Oost-Timor, Frans-Guyana en het noordelijke en centrale deel van de Filipijnen tot deze categorie. Of Latijns-Amerika en de voormalige deelstaten van de Sovjet-Unie kunnen meegerekend worden of hun eigen aparte beschavingen vormen, zal in de toekomst voor die regio’s een belangrijke overweging worden volgens Huntington.
- De orthodoxe wereld, namelijk Armenië, Wit-Rusland, Bulgarije, Georgië, Noord-Macedonië, Moldavië, Montenegro, Roemenië, Rusland, Servië en Oekraïne.
- Latijns-Amerika, wat een mengcultuur is van de westerse wereld en de oorspronkelijke, lokale bevolking. Deze beschaving kan als een deel van de Westerse beschouwd worden, maar heeft lichtjes andere sociale en politieke structuren dan Europa en Noord-Amerika. Aan de andere kant beschouwen vele inwoners van de landen van de Zuidkegel zichzelf als westerlingen.
- De islamitische wereld: Het Midden-Oosten, Centraal-Azië, Noord-Afrika, de Hoorn van Afrika, delen van West- en Centraal Afrika, Pakistan, Afghanistan, Albanië, Azerbeidzjan, Bangladesh, delen van Bosnië en Herzegovina, Indonesië, Maleisië, de Maldiven, Somalië, Mindanao en delen van India
- De hindoeïstische beschaving, die zich voornamelijk bevindt in India en Nepal en cultureel wordt aangehangen door een groot aantal mensen met Indiase oorsprong (diaspora).
- De Oost-Aziatische beschaving van China, Korea, Singapore, Taiwan en Vietnam. Deze groep omvat ook de Chinese diaspora, vooral in relatie tot Zuidoost-Azië.
- Japan, dat beschouwd wordt als een mengcultuur tussen de Oost-Aziatische beschaving en oudere, Altaïsche elementen.
- De beschaving van Afrika dat niet-moslim is wordt door Huntington beschouwd als een 8ste beschaving.[1]
- Boeddhistische gebieden zoals Bhutan, Cambodja, Laos, Mongolië, Myanmar, Sri Lanka, Thailand, Arunachal Pradesh, Kalmukkië, delen van Nepal, delen van Siberië en de voormalige Tibetaanse in ballingschap worden beschouwd als apart van andere beschavingen, maar Huntington vindt dat zij geen ‘hoofdbeschaving’ zijn wat betreft internationale zaken.
- Ethiopië, Haïti en Turkije worden beschouwd als zogenaamde 'eenzame landen' ('Lone countries'). “Israël kan ook gezien worden als een unieke staat, met zijn eigen beschaving”, schrijft Huntington, “maar één die extreem gelijkt op het Westen.” Hij gelooft ook dat de voormalig Britse kolonies in Midden-Amerika een aparte entiteit vormen.
- Soms worden de Oost-Aziatische, hindoeïstische, boeddhistische en Japanse beschavingen als één enkele beschaving beschouwd: de oosterse wereld.
Huntington stelt dat de tendensen naar een wereldwijd conflict na de Koude Oorlog steeds meer samenvallen met de grenzen tussen deze verschillende culturen; oorlogen zoals die waarmee de verdeling van Joegoslavië gepaard ging, die in Tsjetsjenië en die tussen Pakistan en India werden al aangevoerd als bewijs van intercultureel conflict, doch de strijd tegen terrorisme (Engels: ‘War on Terror(ism)’) wordt beschouwd als de grootste praktische manifestatie van de botsende beschavingen.
Huntington wijst er ook op dat de in het Westen wijdverbreide idee dat de westerse waarden en politieke systemen universeel zijn, naïef is en dat het voortdurend aansporen tot democratisering en overname van zulke ‘universele’ normen door andere beschavingen alleen maar meer vijandigheid oproept. Huntington ziet het Westen als onwillig dit te aanvaarden omdat het het internationale systeem opgebouwd heeft, de wetten ervan geschreven heeft en het belichaamd heeft in de vorm van de Verenigde Naties. Huntington stelt een grote verschuiving van economische, militaire en politieke macht van het Westen naar de andere beschavingen van de wereld vast, voornamelijk naar de twee ‘uitdagerbeschavingen’ (‘challenger civilizations’): de Oost-Aziatische en de islamitische.
Volgens Huntington doet de Oost-Aziatische beschaving zichzelf en haar waarden cultureel steeds meer gelden in relatie tot het Westen, wat toe te schrijven is aan de snelle economische groei van China. In het bijzonder gelooft hij dat het China’s doel is zichzelf opnieuw te profileren als leidinggevende mogendheid in de regio en dat andere landen in de regio China zullen bijvallen, vanuit de traditie van hiërarchische bevelstructuren die geworteld zijn in de confucianistische Oost-Aziatische beschaving en die trouwens in schril contrast staan met de individualistische en pluralistische waarden van het Westen. Met andere woorden: regionale machten zoals Noord-Korea, Zuid-Korea en Vietnam zullen zich eerder schikken naar Chinese eisen en China steeds meer steunen dan proberen zich ertegen te verzetten. Daarom meent Huntington dat de opkomst van China een van de gewichtigste problemen en op de lange termijn de machtigste bedreiging vormt voor het Westen. De Chinese culturele profilering botst immers met het Amerikaanse verlangen dat er geen regionale hegemonie zou zijn in Oost-Azië.
Huntington stelt dat de islamitische beschaving een enorme bevolkingsexplosie gekend heeft – en nog steeds kent –, die de instabiliteit bevordert van zowel de grenzen van de islamitische beschaving als haar binnenland, waar fundamentalistische bewegingen steeds populairder worden. Manifestaties van wat hij de ‘Islamitische Heropleving’ (‘Islamic Resurgence’) noemt, zijn onder andere de Iraanse Revolutie in 1979, de strijd tegen terrorisme en de enorm wijdverbreide islamitische oppositie tegen de Verenigde Staten tijdens de Golfoorlog en de Irakoorlog, ondanks de algemeen bekende aard van het regime van Sadam Hoessein.
Zie verder Wikipedia
Boek is 3,8 cm dik
PostNL pak € 5,95
Advertentienummer: m2248425287
Populaire zoektermen
euthanasie in Politiek en MaatschappijPolitiek en Maatschappij in Boekende maatschappij dat ben jij niveau 3-4de maatschappij dat ben jij in Boekende maatschappij dat ben jij niveau 3 4 in Schoolboekeneconomie en maatschappij arnold heertjeopenbaar bestuur beleid organisatie en politiekverdwenen beschavingen in Boekenkennis van de nederlandse maatschappijde maatschappij dat ben jij in Schoolboekenpolitiek en politicologie in Boekensociale dynamiek van de gemeentelijke politiek in Boekenopenbaar bestuur beleid organisatie en politiek in Studie en Cursusde maatschappij dat ben jij niveau 3 4baby box ikeazwart eiken eettafel in Eettafelsgezichts apparatengispen 1407 in Fauteuilskapotte radioelektroden in Lasapparatenikea wit metaal in Beddenmillennium in Postzegels en Muntenfreelander airco in Auto-onderdelenfred perry overhemd