Het laat seizoen

Het laat seizoen (48)(8)

• Auteur: J.C. Brandt Corstius
• Nederlands
• 240 pagina's
• Uitgeverij het Spectrum
• januari 1953

Uit de inhoud: Gedichten van Jacques Perk, Willem Kloos, Hélène Swarth, Frederik van Eeden, Prosper van Langendonck, Lodewijk van Deyssel, Herman Gorter, Albert Verwey, Alfred Hegenscheidt, Karel van de Woestijne.
De wedergeboorte van de Nederlandse poëzie, in Noord-Nederland als de 'Beweging van Tachtig' aangeduid en in Vlaanderen door 'Van Nu en Straks' tot stand gekomen, is in onze letteren een feit van kapitale betekenis geweest. Het is wat overdreven te zeggen dat de poëzie in de 19e eeuw dood en begraven was. Maar de plotselinge opbloei van werkelijke poëzie in de laatste decennia van de 19e eeuw heeft iets van een tropische overwoekering van wat voorheen woestijn was. In een paar jaar tijd kreeg de Nederlandse taal opnieuw een hart dat zong. Een hart en een stem danken wij aan die twee groepen in Amsterdam en Gent en zij ontroeren ons tot op de dag van vandaag.
De invloed van de Tachtigers is onvoorstelbaar groot geweest en bleef voelbaar tot aan de Tweede Wereldoorlog. De keuze van de samensteller van deze bundel, J.C. Brandt Corstius, is ook nog altijd hoogst interessant.
Over de samensteller: J.C. Brandt Corstius promoveerde in 1934 op een dissertatie over Herman Gorter. Hij was van 1960 tot 1975 hoogleraar vergelijkende literatuurwetenschap in Utrecht. Brandt Corstius schreef verder boekrecensies voor dagbladen.