ZIM vertelt het verhaal van een fictieve wereld waarin de menselijke beschaving zichzelf dreigt te vernietigen door de enorme impact van technologische vooruitgang, consumptie en milieuschade. Het boek volgt een hoofdpersoon die in deze verontrustende toekomst leeft, waar alles draait om controle en overleving in een post-apocalyptische setting. De samenleving is gedecentraliseerd en gecontroleerd door een allesomvattend systeem, waarbij de natuur en de menselijke spirituele waarden op de achtergrond raken. De hoofdpersoon wordt geconfronteerd met de vraag of de mensheid nog kans maakt om zich te herstellen, of dat de menselijke soort zichzelf heeft verdoemd. Van Os verkent thema’s zoals de rol van technologie, de teloorgang van natuur en de strijd om betekenis te vinden in een wereld die steeds meer door machines en algoritmes wordt beheerst. De auteur roept de lezer op om kritisch te reflecteren op de gevolgen van onze technologische keuzes. Het boek is een complexe, filosofische zoektocht naar de betekenis van menselijkheid in een wereld die steeds meer door kunstmatige systemen wordt aangedreven. Ondanks de dystopische setting biedt ZIM ook ruimte voor hoop, mits mensen zich bewust worden van hun invloed op de aarde en elkaar. Het is een oproep tot heroverweging van wat echt belangrijk is in het leven en hoe we omgaan met de middelen die ons zijn toevertrouwd. Het boek eindigt open, waarbij het antwoord op de grote vragen aan de lezer wordt overgelaten.