Met De jacht op de erven Bruinsma doet misdaadverslaggever Bas van Hout een poging aan te tonen dat politie en justitie jarenlang ten onrechte jacht maakten op een drietal mannen: drugsbaron Etienne Urka, pornokoning Charles Geerts en advocaat mr. Engelsma. Volgens de opsporingsdiensten vormden zij de zogenaamde Delta-top; een crimineel driemanschap dat mafiabaas Klaas Bruinsma opvolgde nadat deze in 1991 door Martin Hoogland was vermoord. Tegelijkertijd geeft Van Hout aan wie wél de leiding van deze misdaadonderneming zouden hebben gevormd. Om zijn stelling te onderbouwen, laat de auteur een groot aantal ingewijden aan het woord, meestal anoniem of onder een pseudoniem.

Dit boek is een controversieel boek, van een al even controversiële misdaadverslaggever. Bas van Hout is jaren beschuldigd door Steve Brown, een voormalig drugshandelaar, dat hij samen met Peter R. de Vries betrokken was bij een poging om, onder het oog van een verborgen camera, Brown tot crimineel handelen uit te lokken. Ook trommelde Van Hout ooit iemand in Joegoslavië op die beweerde de échte moordenaar van Klaas Bruinsma te zijn - een persoon van wie het paspoort volgens anderen niet zou kloppen. In alle waarschijnlijkheid gaat het om een broodje aap-verhaal. Maar Bas van Hout heeft het in dit boek opgenomen alsof het allemaal toch echt zo gegaan is. De dader is volgens Van Hout een broer van Alexander Marianovic die in 1982 in opdracht van Bruinsma vermoord zou zijn. Als je alleen al de foto's van de twee 'broers' bekijkt, lijkt het al onwaarschijnlijk dat de twee familie zijn.