Ziekten in het kinderleven, Walter Holtzapfel

Ziekten in het kinderleven, Walter Holtzapfel. Van geboorte tot volwassenheid. Holtzapfel laat zien dat elke leeftijd zijn eigen ziekten kent.
Daarbij kan hij putten uit een jarenlange ervaring als antroposofisch arts. Uitgangspunt is de menskunde van Steiner, vooral de ontwikkeling in perioden van telkens zeven jaar.
Elke fase heeft een eigen karakter wat zich ook uit in de voor die fase karakteristieke ziekten.
Wie kinderen in hun ontwikkeling wil volgen en begeleiden, moet ook weten met welke ziekten ze te maken kunnen krijgen en welke rol ziekten kunnen spelen op weg naar volwassenheid.
Walter Holtzapfel geeft in dit boek aan waarom bepaalde ziekten zich juist op bepaalde tijden in de kindertijd voordoen.
Volgens Rudolf Steiner is de ontwikkeling van het kind te verdelen in 3 perioden van zeven jaar.
Van periode tot periode treden sprongsgewijs veranderingen op.
Het einde van de eerste periode wordt gemarkeerd door de tandenwisseling, en het einde van de tweede periode door de geslachtsrijpheid.
Holtzapfel schetst waarom bepaalde ziektes zich in bepaalde leeftijdsfasen uiten.
Hij neemt twee bewegingen waar in de menselijke levensloop tussen geboorte en dood: de ene is die van de lichamelijke opbouw die ergens tussen het 30e en 45e jaar overgaat in afbraak.
De andere gaat van incarneren (het leven induiken) naar excarneren (het leven loslaten).
Volg je deze geestelijke ontwikkeling, dan ben je tussen je 30e en 45e jaar het meest met het leven verbonden.
In dit boek karakteriseert Walter Holtzapfel de drie perioden van zeven jaar en de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van het kind.
-1. De leeftijd van de sferische krachten.
In de eerste zeven jaar vindt de grootste opbouw plaats.
Nabootsing is dan belangrijk voor het kind, wat in gevoeligheid voor besmettelijke ziekten tot uiting komt, vooral de eigenlijke kinderziekten. In dit kader gaat Holtzapfel in op inentingen, en op de ontwikkeling van 2 gebieden die juist nu gevoelig zijn: huid en hersenen.
Op deze leeftijd uiten veel ziekten zich op de huid en de gevoeligheid van de hersenen zie je aan hersenbeschadigingen bij jonge kinderen.
-2. De leeftijd van het ritme.
De tweede periode van zeven jaar is die van de ritmische processen.
Deze leeftijdsfase is op zich zeer gezond, maar soms heeft een kind vage klachten als buikpijn, hoofdpijn, gebrek aan eetlust en slecht slapen.
Soms zijn ze de voorbode van chronische kwalen die zich pas later openbaren, soms worden de klachten veroorzaakt door invloeden van buiten (school of familieomstandigheden).
Typerende ziekten van deze fase zijn hartontstekingen, gewrichtsreuma, een verkeerde lichaamshouding en ziekten van het skelet.
-3. De dynamische leeftijd.
In de derde zeven jaar ‒ de puberteit ‒ moet het kind zich met de aarde verbinden.
Soms protesteert het daartegen door te veel te eten en dik te worden of juist door niet te willen eten en af te vallen.
Ook zelfmoord is onder pubers een opmerkelijk verschijnsel.
-4. Ontwikkeling van het ik-bewustzijn in de kinderjaren.
Holtzapfel gaat in op de ontwikkeling van het ik-bewustzijn bij kinderen, waarbij hij vooral let op het 3e en het 9e levensjaar.
-5. Gezichtspunten.
Holtzapfel schetst de behandeling van enkele besproken ziektebeelden.
Ten slotte geeft hij in hoofdstuk 6 belangrijke motieven voor het verloop van ziekteprocessen op volwassen leeftijd.
In prima staat. ISBN: 9060381807. Vrij Geestesleven, Pb. 1984