Een Yogiman, ook bekend als de Orang Malu of Weeping Buddha, is een traditioneel Indonesisch beeld van een verlegen, naar binnen gekeerde man die met het hoofd gebogen in een foetushouding zit. Het symboliseert bescheidenheid, innerlijke kracht, bescherming en de cyclus van nieuw leven, ondanks zijn verdrietige houding is hij diep gelukkig omdat hij vrede in zichzelf heeft gevonden. De naam betekent letterlijk "verlegen man" of "verlegen mens". 

Symboliek van het beeld:

Foetushouding:

De zijkant van het beeld, wanneer je het van de zijkant bekijkt, heeft de vorm van een foetus, wat staat voor nieuw leven, puurheid en reinheid. 

Lachende Boeddha:

Van de voorkant bekeken, toont het beeld een lachend gezicht, waarbij de neus de neus voorstelt, de handen de ogen, en de oren de oren. 

Mensenhart:

De achterkant van het beeld symboliseert een mensenhart, dat in Azië wordt gezien als de bron van energie en levenskracht. 

Gesloten handen:

De in elkaar gedoken houding is ook een symbool voor de cirkel van het leven, zonder begin of einde. 

Gebruik en plaatsing:

Bescherming en vrede:

De Yogiman wordt gebruikt als een symbool van bescherming tegen kwaad en om innerlijke kracht en vrede te brengen. 

Plaatsing:

Het beeld moet met de rug naar de ingang van een huis of tuin worden geplaatst, zodat het de positieve kracht uitstraalt en negatieve energieën tenietdoet. 

Aaien:

Door dagelijks over de rug van de Yogiman te aaien, worden volgens de legende zorgen weggenomen en groeit het zelfvertrouwen.