Vier in één band ingebonden boekjes, circa 1915.Bieden
Leven en sterven van Aagje de Vries, Wed. Ds. J. van Leeuwen
Bieden
Ophalen of Verzenden
Verzenden voor € 2,50
640sinds 25 feb. '25, 00:08
Beschrijving
Eeuwige aantekeningen uit het leven en sterven van Aagje de Vriea, weduwe van Ds. J. van Leeuwen, geboren 3 maart 1846, overleden 11 januari 1945. Opgetekend door enige harer vrienden.
Barneveld, januari 1945.
Ds. J van Leeuwen Pzn., Vereniging van Gereformeerden (Oud Gereformeerde gemeenten)
10 december 1890 Eerste oefening en 26 mei 1895 Bevestiging als predikant
door: Ouderling J. Verzaal
Het heeft zijn betekenis van enkele predikanten en oefenaars in korte trekken de levensloop te schetsen en een onderzoek in te stellen naar hun leer en prediking, niet slechts om het werk Gods, dat menigmaal in hen en door hen verheerlijkt is en dat altijd de moeite van het herdenken waardig is, maar tevens om de onmiskenbare invloed, die menig prediker buiten de Hervormde Kerk gehad heeft op het geestelijke leven van velen in de kerk.
Zo is het ook met de persoon en het werk van Ds. J. van Leeuwen. Ofschoon zijn naam niet zo algemeen bekend is als van andere predikers, heeft toch zijn arbeid een zeer bepaald stempel gedrukt op zijn hoorders en menigeen van onze predikanten, vooral in Utrecht en omgeving, zal kennis gemaakt hebben met de geheel eigensoortige geestelijke ligging van de leerlingen en volgelingen van Ds. van Leeuwen.
Mede daarom lijkt het niet ondienstig in enkele artikelen de herinnering aan zijn persoon en arbeid te verlevendigen.
Daarbij is. om meer dan één reden, nodig, alle mogelijke soberheid te betrachten. De nagedachtenis van een man, wiens prediking zo geheel gericht was op de ere Gods en waarin het schepsel alle eer en roem ontzegd wordt, wordt niet geëerd door bewegelijke woorden van menselijke lof, noch door een al te uitvoerige beschrijving van zijn levenswerk. Daar komt bij, dat zowel degenen, die zijn vrienden als die zijn tegenstanders waren, eenparig alle zwijgzaamheid betrachten en allen zeer karig zijn in het verstrekken van voor het onderzoek noodzakelijke inlichtingen.
Maar reeds de levensbeschrijving van de hand van Ds. van Leeuwen zelf, alsmede het onlangs verschenen boekje over de laatste dagen van Mevr. van Leeuwen, zijn overwaard om in breder kring bekendheid te verkrijgen, waarom ik dan ook, na veel aarzeling, toch besloot een poging te wagen, in sobere lijnen een korte beschrijving te geven, daarbij geheel gebonden aan de voorhanden zijnde beschrijvingen.
De plaats waar Ds. J. van Leeuwen geboren is en waar het werk Gods bij aanvang aan hem en zijn vrouw verheerlijkt is, is de gemeente Aalsmeer, en de naam van deze plaats roept reeds terstond herinneringen op aan de daden des Heeren in het verleden, - herinneringen die intussen voor een groot deel zijn verbleekt en waarvan, ook in Aalsmeer zelf, slechts weinig is overgebleven.
In een der voorredenen van het uitgebreide werk „Wel Leven en Sterven" van Ds. Wilhelmus Eenhoorn (1742) komt een beschrijving voor van een krachtige opwekking van geestelijk leven, die in die tijd plaats greep te Aalsmeer, onder de gezegende bediening van deze predikant, vooral onder het jongere geslacht. Zeer veel jonge mensen werden, als vrucht van zijn prediking, werkzaam met hun eeuwige belangen en hij verhaalt hoe hij, aan de avond van de rustdag, rondgaande door zijn gemeente, de lofzangen hoorde opstijgen uit de huizen en Gods daden vermelden.
De vorige eeuw was getuige van een nieuwe opwekking, ditmaal in de omgeving van Aalsmeer, vooral onder de ruwe poldergasten in de Haarlemmermeer. Mannen en vrouwen, geheel vervreemd van het leven Gods, werden in het hart gegrepen en tot God bekeerd. Vrij en souverein wordt het werk Gods verheerlijkt aan degenen die niet naar Hem vraagden of zochten.
Dat blijkt ook in het leven van Ds. van Leeuwen en van zijn vrouw. Jacob van Leeuwen werd op 30 Mei 1845 geboren, als zoon van Pieter van Leeuwen, bakker te Aalsmeer en van Christina Adriana de Merree, afstammelinge van de Franse Hugenoten, die, om' des geloofs wil, uit hun vaderland verdreven waren.
Reeds op zevenjarige leeftijd verloor Jacob van Leeuwen-zijn moeder en met zijn broer en twee zusters werd hij verder opgevoed door zijn vader, die in 1872 stierf, niet zonder hope, zoals van Leeuwen zelf aantekent.
Eerst werkzaam in de bakkerij van zijn vader en later op andere plaatsen, deed hij op 17-jarige leeftijd belijdenis bij Ds. Salverda de Grave te Noordwijk-Binnen/
Toen hij 23 jaar was trad hij in het huwelijk met Aagje de Vries, geboren 23 Maart 1846, woonde toen eerst te Nieuwer-Amstel en sedert 1871 in de nabijheid van Aalsmeer.
Ofschoon kerkelijk meelevend, waren van Leeuwen en zijn vrouw toch tot hiertoe geheel onkundig van het leven Gods, tot in 1872 het sterven van van Leeuwens vader het middel in Gods hand mocht zijn om zijn vrouw te overtuigen van zonde, gerechtigheid en oordeel. Zij was een lieve, zachtaardige vrouw, echter onbekend met het geestelijke leven, als dochter van een Hervormde vader en een doopsgezinde moeder. Zij mocht haar zonde leren kennen, haar schuld tegen een heilig God en zes weken lang, onafgebroken, nacht en dag, had zij te doen met een vertoornd Rechter, waardoor zij geen rust had voor haar ziel en de slaap van haar week, omdat de gloed van Gods majesteit haar verteerde. Vele dagen was zij onregelmatig in haar arbeid en ik meen eens gehoord te hebben dat zij zulke diepe indrukken had van het recht Gods en van haar eigen schuldigheid, dat zelfs het gezicht van een dienaar van het wereldlijke gerecht haar verschrikte, omdat ze meende dat deze haar kwam halen:
Doch in die toestand kwam verandering. Op een nacht werd Christus in haar ziel geopenbaard en de onmogelijkheid om hoop op God te hebben maakte plaats voor de tegemoettredende liefde en begroeting van Immanuël. Zij mocht Gods aangezicht vinden, vooral in Zijn Woord, dat was haar tot vreugde en blijdschap. Nochtans waren voor haar bewustzijn de diepste vragen harer ziel niet opgelost. Zij bleef God waarnemen in Zijn beledigde majesteit en niet-verheerlijkt recht. Veel onderwijs heeft zij van de Heere ontvangen, veel openbaringen van Zijn liefde. Maar haaf zielewonden waren niet genezen. En, hoewel zij een tere, godvruchtje vrouw was, met een aanklevend leven en veel van de Heere mocht ondervinden en een helder inzicht had in het Woord der waarheid, is zij in een uitziende toestand gebleven, tot op zeer hoge ouderdom, waarin echter de zaligheid haar gedurig nader kwam dan toen zij eerst geloofde. Een grote Christin is zij door dit alles nooit geworden. Nederig, klein in zichzelve, arm, hulpeloos en diep afhankelijk bleef zij de Heere gedurig nodig hebben. Maar juist zo was zij onuitsprekelijk liefelijk voor allen, die haar kenden. Kleine gedachten had zij van zichzelf, maar grote van de Heere. En' bij dit alles ook een diepe hoogachting voor Gods volk en voor haar man.
Barneveld, januari 1945.
Ds. J van Leeuwen Pzn., Vereniging van Gereformeerden (Oud Gereformeerde gemeenten)
10 december 1890 Eerste oefening en 26 mei 1895 Bevestiging als predikant
door: Ouderling J. Verzaal
Het heeft zijn betekenis van enkele predikanten en oefenaars in korte trekken de levensloop te schetsen en een onderzoek in te stellen naar hun leer en prediking, niet slechts om het werk Gods, dat menigmaal in hen en door hen verheerlijkt is en dat altijd de moeite van het herdenken waardig is, maar tevens om de onmiskenbare invloed, die menig prediker buiten de Hervormde Kerk gehad heeft op het geestelijke leven van velen in de kerk.
Zo is het ook met de persoon en het werk van Ds. J. van Leeuwen. Ofschoon zijn naam niet zo algemeen bekend is als van andere predikers, heeft toch zijn arbeid een zeer bepaald stempel gedrukt op zijn hoorders en menigeen van onze predikanten, vooral in Utrecht en omgeving, zal kennis gemaakt hebben met de geheel eigensoortige geestelijke ligging van de leerlingen en volgelingen van Ds. van Leeuwen.
Mede daarom lijkt het niet ondienstig in enkele artikelen de herinnering aan zijn persoon en arbeid te verlevendigen.
Daarbij is. om meer dan één reden, nodig, alle mogelijke soberheid te betrachten. De nagedachtenis van een man, wiens prediking zo geheel gericht was op de ere Gods en waarin het schepsel alle eer en roem ontzegd wordt, wordt niet geëerd door bewegelijke woorden van menselijke lof, noch door een al te uitvoerige beschrijving van zijn levenswerk. Daar komt bij, dat zowel degenen, die zijn vrienden als die zijn tegenstanders waren, eenparig alle zwijgzaamheid betrachten en allen zeer karig zijn in het verstrekken van voor het onderzoek noodzakelijke inlichtingen.
Maar reeds de levensbeschrijving van de hand van Ds. van Leeuwen zelf, alsmede het onlangs verschenen boekje over de laatste dagen van Mevr. van Leeuwen, zijn overwaard om in breder kring bekendheid te verkrijgen, waarom ik dan ook, na veel aarzeling, toch besloot een poging te wagen, in sobere lijnen een korte beschrijving te geven, daarbij geheel gebonden aan de voorhanden zijnde beschrijvingen.
De plaats waar Ds. J. van Leeuwen geboren is en waar het werk Gods bij aanvang aan hem en zijn vrouw verheerlijkt is, is de gemeente Aalsmeer, en de naam van deze plaats roept reeds terstond herinneringen op aan de daden des Heeren in het verleden, - herinneringen die intussen voor een groot deel zijn verbleekt en waarvan, ook in Aalsmeer zelf, slechts weinig is overgebleven.
In een der voorredenen van het uitgebreide werk „Wel Leven en Sterven" van Ds. Wilhelmus Eenhoorn (1742) komt een beschrijving voor van een krachtige opwekking van geestelijk leven, die in die tijd plaats greep te Aalsmeer, onder de gezegende bediening van deze predikant, vooral onder het jongere geslacht. Zeer veel jonge mensen werden, als vrucht van zijn prediking, werkzaam met hun eeuwige belangen en hij verhaalt hoe hij, aan de avond van de rustdag, rondgaande door zijn gemeente, de lofzangen hoorde opstijgen uit de huizen en Gods daden vermelden.
De vorige eeuw was getuige van een nieuwe opwekking, ditmaal in de omgeving van Aalsmeer, vooral onder de ruwe poldergasten in de Haarlemmermeer. Mannen en vrouwen, geheel vervreemd van het leven Gods, werden in het hart gegrepen en tot God bekeerd. Vrij en souverein wordt het werk Gods verheerlijkt aan degenen die niet naar Hem vraagden of zochten.
Dat blijkt ook in het leven van Ds. van Leeuwen en van zijn vrouw. Jacob van Leeuwen werd op 30 Mei 1845 geboren, als zoon van Pieter van Leeuwen, bakker te Aalsmeer en van Christina Adriana de Merree, afstammelinge van de Franse Hugenoten, die, om' des geloofs wil, uit hun vaderland verdreven waren.
Reeds op zevenjarige leeftijd verloor Jacob van Leeuwen-zijn moeder en met zijn broer en twee zusters werd hij verder opgevoed door zijn vader, die in 1872 stierf, niet zonder hope, zoals van Leeuwen zelf aantekent.
Eerst werkzaam in de bakkerij van zijn vader en later op andere plaatsen, deed hij op 17-jarige leeftijd belijdenis bij Ds. Salverda de Grave te Noordwijk-Binnen/
Toen hij 23 jaar was trad hij in het huwelijk met Aagje de Vries, geboren 23 Maart 1846, woonde toen eerst te Nieuwer-Amstel en sedert 1871 in de nabijheid van Aalsmeer.
Ofschoon kerkelijk meelevend, waren van Leeuwen en zijn vrouw toch tot hiertoe geheel onkundig van het leven Gods, tot in 1872 het sterven van van Leeuwens vader het middel in Gods hand mocht zijn om zijn vrouw te overtuigen van zonde, gerechtigheid en oordeel. Zij was een lieve, zachtaardige vrouw, echter onbekend met het geestelijke leven, als dochter van een Hervormde vader en een doopsgezinde moeder. Zij mocht haar zonde leren kennen, haar schuld tegen een heilig God en zes weken lang, onafgebroken, nacht en dag, had zij te doen met een vertoornd Rechter, waardoor zij geen rust had voor haar ziel en de slaap van haar week, omdat de gloed van Gods majesteit haar verteerde. Vele dagen was zij onregelmatig in haar arbeid en ik meen eens gehoord te hebben dat zij zulke diepe indrukken had van het recht Gods en van haar eigen schuldigheid, dat zelfs het gezicht van een dienaar van het wereldlijke gerecht haar verschrikte, omdat ze meende dat deze haar kwam halen:
Doch in die toestand kwam verandering. Op een nacht werd Christus in haar ziel geopenbaard en de onmogelijkheid om hoop op God te hebben maakte plaats voor de tegemoettredende liefde en begroeting van Immanuël. Zij mocht Gods aangezicht vinden, vooral in Zijn Woord, dat was haar tot vreugde en blijdschap. Nochtans waren voor haar bewustzijn de diepste vragen harer ziel niet opgelost. Zij bleef God waarnemen in Zijn beledigde majesteit en niet-verheerlijkt recht. Veel onderwijs heeft zij van de Heere ontvangen, veel openbaringen van Zijn liefde. Maar haaf zielewonden waren niet genezen. En, hoewel zij een tere, godvruchtje vrouw was, met een aanklevend leven en veel van de Heere mocht ondervinden en een helder inzicht had in het Woord der waarheid, is zij in een uitziende toestand gebleven, tot op zeer hoge ouderdom, waarin echter de zaligheid haar gedurig nader kwam dan toen zij eerst geloofde. Een grote Christin is zij door dit alles nooit geworden. Nederig, klein in zichzelve, arm, hulpeloos en diep afhankelijk bleef zij de Heere gedurig nodig hebben. Maar juist zo was zij onuitsprekelijk liefelijk voor allen, die haar kenden. Kleine gedachten had zij van zichzelf, maar grote van de Heere. En' bij dit alles ook een diepe hoogachting voor Gods volk en voor haar man.
Advertentienummer: m2239197461
Populaire zoektermen
eindtijd in Godsdienst en Theologieds mallanbart en kees ds van reenencalvijn bijbelverklaring in Godsdienst, Theologiepsalmboek in Godsdienst, Theologiedachsel in Godsdienst, Theologierembrandt bijbel in Godsdienst, Theologieleven in je leven in Psychologieleven van een loserhet gekrookte riet in Godsdienst, Theologieoverjarig koren in Godsdienst, Theologiechagall bijbel in Godsdienst, Theologietibetaanse boek van leven en sterven in Esoterie en Spiritualiteitleven in je leven young in Boekentorx doppensetopium parfum 90 ml155 sr 12mercedes vito l2h2grenen bijzettafeltje in Bijzettafelspako meta lepeltje in Bestekcanton speakers in Luidsprekersverwarmingselement whirlpoolmelissa kremer in Boekenlobi