XL 15e eeuws handschrift op vellum met gekleurde initialen€ 175,00
Manuscript 1838 Christenen bevrijd van Barbarijse zeerovers
463sinds 14 jul. '25, 13:12
€ 295,00
Verzenden
Thuisbezorgd via DHL vanaf € 3,95
Beschrijving
Zeldzaan document, handschrift met 51 namen van 'Christen-slaven' bevrijd van de Barbarijse zeerovers.
Manuscript uit 1838. Afm.: 36 x 21 cm. Verso blank. Geschept papier met watermerk.
" Lijst der Christene slaeven die voor het order der Alderheyligste Dryvuldigheyd uyt de handen der Barbaeren verlost zijn geweest den 24 october 1838.."
Getekend door : Pater Antonius Spinola Minister Provincialis. Voor gelijkvormig afschrift J. Voet (?) Past. v. Join (?)
Het Order van de Allerheiligste Drievuldigheid, ook wel de Trinitariërs genoemd, is een religieuze orde die in 1198 is opgericht. Hun belangrijkste doel was het vrijkopen van christelijke gevangenen en slaven uit handen van de Saracenen.
De Saracenen
Men vermoedt dat de oorspronkelijke
Saraceense piraten afkomstig waren van het
Griekse eiland Kreta en het oosten van de
Middellandse Zee. Later ging de term
Saracenen over op alle islamitische piraten en
invallers die de middellandse zee afstroopten;
of het nu Turken, Arabieren of Berbers waren.
Barbarijse zeerovers, Berberpiraten
De Barbarijse zeerovers kwamen uit veel landen en hadden niet veel meer gemeen dan dat ze de islam formeel erkenden en dat ze hun brood verdienden met de georganiseerde misdaad. De wortels van hun activiteiten zijn te vinden in de middeleeuwse oorlogen tussen Europese en islamitische machten op het Iberisch Schiereiland, en de praktijk van beide zijden was om krijgsgevangenen te nemen en losgelden van de tegenpartij te eisen. In de zestiende eeuw transformeerden de Barbarijse zeerovers de piraterij en ontvoering tot een grootschalige staatsactiviteit met slavernij als centraal element. De Europese regeringen probeerden het probleem op te lossen, soms door kostbare vlootacties tegen de thuisbases van de Barbarijse zeerovers, maar die slaagden niet. Het bedwingen van de Barbarijse zeerovers was net zo moeilijk voor de regeringen van de vroegmoderne tijd als het nu moeilijk is voor de grootmachten om de oorlog tegen internationale drugskartels te winnen.
De rijken die werden gedomineerd door de zeerovers worden in de historische literatuur gewoonlijk de Berberse staten genoemd. Het ging om vier rijken: Tripoli (Libië), Tunis (Tunesië), Algiers (Algerije) en Marokko. De eerste drie waren vazalstaten onder het Ottomaanse Rijk. Marokko was onafhankelijk. Veruit de belangrijkste van alle steden van de Barbarijse zeerovers was Algiers, dat zich in de eerste helft van de zestiende eeuw ontwikkelde tot de welvarendste stad van Noord-Afrika. De opleving was grotendeels te danken aan de activiteiten van de zeerovers.
De slavernij in de islamitische wereld tijdens de middeleeuwen en de vroegmoderne tijd werd gekenmerkt door enorme verschillen. Er was van alles, van onderdrukte boerenslaven tot haremdames, huisslaven, slaafsultans en onvrije grootviziers. Maar voor het christelijke Europa in de zestiende, zeventiende en achttiende eeuw werd de islamitische slavernij gesymboliseerd door een andere vorm van onvrijheid, geassocieerd met de zeerovers in Noord-Afrika.
De door de staat gesanctioneerde zeeroverij waarmee de mensen in Marokko, Algerije, Tunesië en Libië zich bezighielden, en die resulteerde in een even langdurige als vergeten slavernij, wordt vaak geassocieerd met de term corsair. De term komt van het middeleeuwsLatijnse cursarius, van cursus (reis), en werd oorspronkelijk alleen gebruikt voor een persoon die op zee rondreisde. Later werd de betekenis specifieker. Wanneer je sprak over een corsaro tijdens de renaissance, werd er een piraat mee bedoeld. In het Nederlands worden ze de Barbarijse zeerovers genoemd.
De bloei van de Barbarijse zeeroverij in de zeventiende eeuw viel samen met de afnemende macht van de sultans in Istanboel en Marokko in de havens. Hoe minder overheidstoezicht, hoe meer criminele ondernemers. Maar er waren meer redenen. Engelse en Nederlandse piraten begonnen aan de Noord-Afrikaanse kust te verschijnen. Voor deze schurken, de zogenoemde renegaten, betekende religie oneindig veel minder dan winst, en zij bundelden daarom hun krachten met hun islamitische zeeroverbroeders. De Engelsen en de Nederlanders gaven de Barbarijse zeerovers nieuwe technologie en maritieme kennis. Plotseling werd de Noord-Atlantische Oceaan geopend voor de zeeroversvloten. Zelfs IJsland werd getroffen.
“Zonder deserteurs uit het christendom zouden de Barbarijse zeerovers nooit zulke grote successen hebben behaald.”
Een andere reden voor de opkomst van de piraterij was de beslissing van de Spaanse regering om in 1609 alle morisken te verbannen, de formeel gekerstende afstammelingen van de Spaanse moslims uit de middeleeuwen. Daarmee werd het zeeroversprobleem aanzienlijk verergerd. De morisken kenden Spanje en de Spaanse wateren goed en ze wilden wraak nemen. Voeg daarbij dat ze niet van Spanjaarden te onderscheiden waren en vloeiend Spaans spraken.
In de laatste drie decennia van de zeventiende eeuw ontwikkelden de activiteiten van de Barbarijse zeerovers zich in nieuwe richtingen. De centrale macht in delen van Noord-Afrika ontwikkelde zich op een manier die de positie van zeeroverkapiteins verzwakte. In Marokko, waar sultan Mulay Ismail een sterk persoonlijk imperium opbouwde, nam de regering het initiatief om zelf kaperschepen uit te rusten. Mulay Ismail verleende de piraterij de status van jihad, waarbij de buit volgens de sharia werd verdeeld.
In Algiers ging de ontwikkeling in de tegenovergestelde richting. De Ottomaanse centrale macht werd verder verzwakt. Vanaf 1689 werd Algiers geregeerd door een gekozen gouverneur met de titel dei. De dei vertegenwoordigde de belangen van de lokale zeeroverkapiteins, de rei’s, in grotere mate dan de vroegere gouverneurs hadden gedaan. Dit was geen probleem voor de zeerovers, maar op de lange termijn zou de vloot van Algiers verzwakken ten opzichte van de West-Europese marinevloten. In de achttiende eeuw werden daarom de vloten van de Barbarijse zeerovers zo geherstructureerd dat Algiers de bedreigingen van Groot-Brittannië, Frankrijk en Spanje beter kon opvangen.
Veel expedities van de zeerovers waren er in de eerste plaats op gericht om gevangenen te maken en hen tot slaaf te maken, soms voor altijd en soms in afwachting van losgeld. Tussen 1520 en 1660 maakten de piraten in Algiers jaarlijks zo’n 3000 Europeanen tot slaaf, in totaal ongeveer 420.000. In de periode 1660-1830 daalde het aantal tot iets minder dan 2000 slaven per jaar. In totaal zouden tussen 740.000 en 760.000 Europeanen in de periode 1520-1830 als slaven in Algerije hebben gediend. Als we daar het aantal slaven in Tunesië, Libië en Marokko aan toevoegen, zal het definitieve aantal zeker meer dan een miljoen zijn geweest.
De overgrote meerderheid van de slaven waren mannen, vooral zeelieden, maar daarnaast werden ook veel gewone boeren, ambachtslieden, handelaren en edelen tot slaaf gemaakt. De rijke en belangrijke slaven werden over het algemeen na een paar jaar vrijgekocht door familieleden die het losgeld betaalden, maar de meeste anderen bleven de rest van hun leven slaaf.
(Bron : Historiek)
Manuscript uit 1838. Afm.: 36 x 21 cm. Verso blank. Geschept papier met watermerk.
" Lijst der Christene slaeven die voor het order der Alderheyligste Dryvuldigheyd uyt de handen der Barbaeren verlost zijn geweest den 24 october 1838.."
Getekend door : Pater Antonius Spinola Minister Provincialis. Voor gelijkvormig afschrift J. Voet (?) Past. v. Join (?)
Het Order van de Allerheiligste Drievuldigheid, ook wel de Trinitariërs genoemd, is een religieuze orde die in 1198 is opgericht. Hun belangrijkste doel was het vrijkopen van christelijke gevangenen en slaven uit handen van de Saracenen.
De Saracenen
Men vermoedt dat de oorspronkelijke
Saraceense piraten afkomstig waren van het
Griekse eiland Kreta en het oosten van de
Middellandse Zee. Later ging de term
Saracenen over op alle islamitische piraten en
invallers die de middellandse zee afstroopten;
of het nu Turken, Arabieren of Berbers waren.
Barbarijse zeerovers, Berberpiraten
De Barbarijse zeerovers kwamen uit veel landen en hadden niet veel meer gemeen dan dat ze de islam formeel erkenden en dat ze hun brood verdienden met de georganiseerde misdaad. De wortels van hun activiteiten zijn te vinden in de middeleeuwse oorlogen tussen Europese en islamitische machten op het Iberisch Schiereiland, en de praktijk van beide zijden was om krijgsgevangenen te nemen en losgelden van de tegenpartij te eisen. In de zestiende eeuw transformeerden de Barbarijse zeerovers de piraterij en ontvoering tot een grootschalige staatsactiviteit met slavernij als centraal element. De Europese regeringen probeerden het probleem op te lossen, soms door kostbare vlootacties tegen de thuisbases van de Barbarijse zeerovers, maar die slaagden niet. Het bedwingen van de Barbarijse zeerovers was net zo moeilijk voor de regeringen van de vroegmoderne tijd als het nu moeilijk is voor de grootmachten om de oorlog tegen internationale drugskartels te winnen.
De rijken die werden gedomineerd door de zeerovers worden in de historische literatuur gewoonlijk de Berberse staten genoemd. Het ging om vier rijken: Tripoli (Libië), Tunis (Tunesië), Algiers (Algerije) en Marokko. De eerste drie waren vazalstaten onder het Ottomaanse Rijk. Marokko was onafhankelijk. Veruit de belangrijkste van alle steden van de Barbarijse zeerovers was Algiers, dat zich in de eerste helft van de zestiende eeuw ontwikkelde tot de welvarendste stad van Noord-Afrika. De opleving was grotendeels te danken aan de activiteiten van de zeerovers.
De slavernij in de islamitische wereld tijdens de middeleeuwen en de vroegmoderne tijd werd gekenmerkt door enorme verschillen. Er was van alles, van onderdrukte boerenslaven tot haremdames, huisslaven, slaafsultans en onvrije grootviziers. Maar voor het christelijke Europa in de zestiende, zeventiende en achttiende eeuw werd de islamitische slavernij gesymboliseerd door een andere vorm van onvrijheid, geassocieerd met de zeerovers in Noord-Afrika.
De door de staat gesanctioneerde zeeroverij waarmee de mensen in Marokko, Algerije, Tunesië en Libië zich bezighielden, en die resulteerde in een even langdurige als vergeten slavernij, wordt vaak geassocieerd met de term corsair. De term komt van het middeleeuwsLatijnse cursarius, van cursus (reis), en werd oorspronkelijk alleen gebruikt voor een persoon die op zee rondreisde. Later werd de betekenis specifieker. Wanneer je sprak over een corsaro tijdens de renaissance, werd er een piraat mee bedoeld. In het Nederlands worden ze de Barbarijse zeerovers genoemd.
De bloei van de Barbarijse zeeroverij in de zeventiende eeuw viel samen met de afnemende macht van de sultans in Istanboel en Marokko in de havens. Hoe minder overheidstoezicht, hoe meer criminele ondernemers. Maar er waren meer redenen. Engelse en Nederlandse piraten begonnen aan de Noord-Afrikaanse kust te verschijnen. Voor deze schurken, de zogenoemde renegaten, betekende religie oneindig veel minder dan winst, en zij bundelden daarom hun krachten met hun islamitische zeeroverbroeders. De Engelsen en de Nederlanders gaven de Barbarijse zeerovers nieuwe technologie en maritieme kennis. Plotseling werd de Noord-Atlantische Oceaan geopend voor de zeeroversvloten. Zelfs IJsland werd getroffen.
“Zonder deserteurs uit het christendom zouden de Barbarijse zeerovers nooit zulke grote successen hebben behaald.”
Een andere reden voor de opkomst van de piraterij was de beslissing van de Spaanse regering om in 1609 alle morisken te verbannen, de formeel gekerstende afstammelingen van de Spaanse moslims uit de middeleeuwen. Daarmee werd het zeeroversprobleem aanzienlijk verergerd. De morisken kenden Spanje en de Spaanse wateren goed en ze wilden wraak nemen. Voeg daarbij dat ze niet van Spanjaarden te onderscheiden waren en vloeiend Spaans spraken.
In de laatste drie decennia van de zeventiende eeuw ontwikkelden de activiteiten van de Barbarijse zeerovers zich in nieuwe richtingen. De centrale macht in delen van Noord-Afrika ontwikkelde zich op een manier die de positie van zeeroverkapiteins verzwakte. In Marokko, waar sultan Mulay Ismail een sterk persoonlijk imperium opbouwde, nam de regering het initiatief om zelf kaperschepen uit te rusten. Mulay Ismail verleende de piraterij de status van jihad, waarbij de buit volgens de sharia werd verdeeld.
In Algiers ging de ontwikkeling in de tegenovergestelde richting. De Ottomaanse centrale macht werd verder verzwakt. Vanaf 1689 werd Algiers geregeerd door een gekozen gouverneur met de titel dei. De dei vertegenwoordigde de belangen van de lokale zeeroverkapiteins, de rei’s, in grotere mate dan de vroegere gouverneurs hadden gedaan. Dit was geen probleem voor de zeerovers, maar op de lange termijn zou de vloot van Algiers verzwakken ten opzichte van de West-Europese marinevloten. In de achttiende eeuw werden daarom de vloten van de Barbarijse zeerovers zo geherstructureerd dat Algiers de bedreigingen van Groot-Brittannië, Frankrijk en Spanje beter kon opvangen.
Veel expedities van de zeerovers waren er in de eerste plaats op gericht om gevangenen te maken en hen tot slaaf te maken, soms voor altijd en soms in afwachting van losgeld. Tussen 1520 en 1660 maakten de piraten in Algiers jaarlijks zo’n 3000 Europeanen tot slaaf, in totaal ongeveer 420.000. In de periode 1660-1830 daalde het aantal tot iets minder dan 2000 slaven per jaar. In totaal zouden tussen 740.000 en 760.000 Europeanen in de periode 1520-1830 als slaven in Algerije hebben gediend. Als we daar het aantal slaven in Tunesië, Libië en Marokko aan toevoegen, zal het definitieve aantal zeker meer dan een miljoen zijn geweest.
De overgrote meerderheid van de slaven waren mannen, vooral zeelieden, maar daarnaast werden ook veel gewone boeren, ambachtslieden, handelaren en edelen tot slaaf gemaakt. De rijke en belangrijke slaven werden over het algemeen na een paar jaar vrijgekocht door familieleden die het losgeld betaalden, maar de meeste anderen bleven de rest van hun leven slaaf.
(Bron : Historiek)
Advertentienummer: m2288942222
Populaire zoektermen
oude boekenAntiek | Boeken en Bijbelskarl may boekenoude bijbelszeldzame boekenrussische boekenjules verne boekenantiek fotoalbumcharles dickens boekentarzan boekenmanuscriptantiek surinamecharles dickens boekenoude leren boekenpeppa dvd in Dvd's | Kinderen en Jeugdhouten kalender in Speelgoed | Houten speelgoedmoq kleding in Jasjes, Kostuums en Pakkenboeddha muur in Woonaccessoires | Boeddhabeeldenopa oma beer in Kinderboeken | Kleuterspoort harderwijk in Tuinhekken en Hekwerkhitachi in Gereedschap | Boormachinesvw porsche 914 in Modelauto's | Overige schalentennis games in Games | Sony PlayStation 3slang stofzuiger in Stofzuigers